Bijbelteksten over 'Geld'
- Wie geld liefheeft, wordt van geld niet verzadigd, noch wie rijkdom liefheeft, van inkomsten. Ook dit is ijdelheid.
- Tob u niet af voor rijkdom,
zie van uw voornemen af;
richt gij uw oog erop, hij is er niet meer;
want plotseling maakte hij zich vleugels,
als een arend vliegt hij ten hemel. - Een vermogen, uit niets verkregen, slinkt weg;
maar wie met eigen hand vergadert, wordt rijk. - De rijke heerst over de armen,
en de man die leent, is een knecht van de uitlener. - Tob u niet af voor rijkdom,
zie van uw voornemen af. - Schatten, door goddeloosheid verkregen, doen geen nut,
maar gerechtigheid redt van de dood. - Een goede naam is verkieslijker dan veel rijkdom,
gunst is beter dan zilver en goud. - Maar Petrus zeide: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om de heilige Geest te bedriegen en iets achter te houden van de opbrengst van het stuk land? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en was, na de verkoop, de opbrengst niet te uwer beschikking? Hoe kondt gij aan deze daad in uw hart plaats geven? Gij hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.
- Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord.
- Jezus zeide tot hem: Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij.
- Het losgeld voor iemands leven is zijn rijkdom,
maar de arme krijgt geen bedreiging te horen. - Het bezit van de rijke is zijn sterke stad,
en als een hoge muur – in zijn verbeelding. - Rijkdom baat niet ten dage des toorns,
maar gerechtigheid redt van de dood. - Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij.
- Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen?
- Wanneer de Here, uw God, u zegent, zoals Hij u beloofd heeft, dan zult gij aan vele volken lenen, maar zelf zult gij niet ter leen ontvangen; gij zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen.
- Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent,
die zijn zaken recht behartigt. - Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan.
- Laat uw wijze van doen onbaatzuchtig zijn, weest tevreden met wat gij hebt. Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten.
- Maar laat, als gij aalmoezen geeft, uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, opdat uw aalmoes in het verborgene zij, en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
- De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar.
- Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand,
maar had de liefde niet,
het baatte mij niets. - Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon.
- Wanneer gij dan aalmoezen geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars doen in de synagogen en op de straten, om door de mensen geroemd te worden. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.
Gerelateerde onderwerpen
Geld
Laat uw wijze van...
Materialisme
Want wij hebben niets...
Hebzucht
Wie geld liefheeft, wordt...
Schulden
De goddeloze vraagt te...
Armoede
Jezus zeide tot hem...
Geven
En ieder doe, naardat...
Bijbeltekst van de dag
De naam des Heren is een sterke toren;de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar.