Bijbelteksten over 'Gered'
Maar iedereen die volhoudt tot het einde, die zal gered worden. | Maar de mensen die volhouden tot het einde, zullen worden gered. |
Slechte mensen maken anderen kapot door hun geroddel, maar goede mensen worden beschermd door hun wijsheid. | De woorden van een slecht mens storten andere mensen in het ongeluk. Maar goede mensen worden door hun wijsheid gered. |
Op die dag zal iedereen gered worden die mij om hulp vraagt. | Maar iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered. |
Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» | Want er staat in de Boeken: "Iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered." |
Jezus hoorde dat en zei tegen Jaïrus: ‘Wees niet bang! Blijf geloven, dan zal je dochter gered worden.’ | Maar Jezus hoorde het en zei: "Wees niet bang, maar geloof! Dan zal ze worden gered." |
Heer, machtige God, geef ons weer kracht. Kom bij ons en bescherm ons, dan zijn we gered. | Heer, God van de hemelse legers, zorg er alstublieft voor dat het weer goed met ons gaat. Wees weer goed voor ons, dan worden we gered. |
Wij zijn niet beter dan andere mensen. God heeft ons gered, maar niet omdat we zo goed leefden. We zijn gered omdat we dankzij Gods goedheid geloven in Jezus Christus. Dat is Gods geschenk aan ons. | Want omdat God zo liefdevol en goed is, heeft Hij jullie gered door jullie geloof. Jullie hebben niet jezelf gered, maar Gód heeft jullie gered. Het is zíjn geschenk. Jullie zijn dus niet gered doordat jullie zelf zo goed je best deden om goede mensen te zijn. Want Hij wilde niet dat jullie over je redding zouden kunnen opscheppen. |
Ik riep de Heer, en hij gaf mij antwoord. Ik was doodsbang, en hij heeft mij bevrijd. | Ik riep tot de Heer en Hij antwoordde mij. Steeds als ik bang was, heeft Hij mij gered. |
Iedereen die gelooft en gedoopt wordt, zal gered worden. Maar iedereen die niet gelooft, zal door God gestraft worden. | Wie het nieuws gelooft en zich laat dopen, zal worden gered. Maar wie het niet gelooft, zal worden veroordeeld. |
Paulus en Silas zeiden: ‘Als je gelooft in de Heer Jezus, zul je gered worden. Samen met iedereen die in je huis woont.’ | Paulus antwoordde: "Geloof in de Heer Jezus. Dan zul je worden gered, met iedereen die in je huis woont." |
Want als we geloven met heel ons hart, ziet God ons als goede mensen. En als we Jezus eren als onze Heer, worden we gered. | Door dit met je hart te geloven, word je vrijgesproken van schuld. En door het met je mond hardop te zeggen, word je gered. |
Hij heeft ons gered. Niet omdat wij dat verdienen door onze goede daden, maar omdat hij medelijden met ons had. Door onze doop zijn we een nieuw leven begonnen. Dankzij de heilige Geest leven we als nieuwe mensen. | Hij redde ons door het bad van de nieuwe geboorte. Hij maakte ons helemaal nieuw door de werking van zijn Heilige Geest. Hij deed dat niet omdat wij dat verdiend hadden met de dingen die we hadden gedaan. Nee, Hij deed dat omdat Hij medelijden met ons had. |
Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. Hij luisterde naar mij, en hij heeft me gered. | Ik was er ellendig aan toe. Toen riep ik de Heer om hulp. De Heer hoorde het en redde mij uit al mijn moeilijkheden. |
Ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. | IK BEN de deur. Als iemand door Mij binnenkomt, zal hij worden gered. Hij zal naar binnen gaan en naar buiten gaan en hij zal het goed hebben. |
Met onze mond eren we Jezus als onze Heer. En met heel ons hart geloven we dat God hem uit de dood heeft laten opstaan. Daarom zullen we gered worden. | Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered. |
Dit is de boodschap die ik breng: Jezus Christus is voor ons aan het kruis gestorven. Die boodschap heeft niets te maken met menselijke wijsheid. Mensen die niet in Jezus geloven, vinden die boodschap onzin. Maar voor de mensen die gered worden, is die boodschap het bewijs van Gods macht. | De mensen die verloren gaan, vinden het een belachelijk verhaal dat Jezus ons gered heeft door aan het kruis voor ons te sterven. Maar voor ons die gered zijn, is het de kracht van God. |
God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus. | Want Hij heeft ons gered en ons geroepen om voor Hem te leven. Maar Hij deed dat niet omdat we dat hebben verdiend met de dingen die we zelf hebben gedaan. God deed dat omdat Hij altijd al van plan is geweest om goed voor ons te zijn en ons Jezus Christus te geven. Al voordat de wereld bestond had Hij dat plan. |
Hij redde ons allemaal uit de macht van het kwaad. En hij bracht ons in de nieuwe wereld van zijn Zoon Christus, van wie hij zo veel houdt. Omdat we bij Christus horen, zijn we gered en zijn onze zonden vergeven. | Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis. En Hij heeft ons overgeplaatst in het Koninkrijk van zijn Zoon, van wie Hij heel veel houdt. Hij heeft ons gered door de dood van zijn Zoon. Want dankzij zijn dood heeft God ons al onze ongehoorzaamheid kunnen vergeven. |
En in de heilige boeken staat ook: «Iedereen die in hem gelooft, zal gered worden.» | Want in de Boeken staat: "Iedereen die op Hem vertrouwt, zal niet in Hem teleurgesteld worden." |
Ze kregen het land niet op eigen kracht, niet door hun wapens en hun leger. U hebt hun het land gegeven, u hebt hen geholpen met uw macht. U hebt hen beschermd, omdat u van hen hield. | Niet met hun wapens hebben ze dit land veroverd. Niet hun eigen kracht heeft hen geholpen. Maar úw handen en úw kracht en úw liefde hebben dat gedaan, omdat U van hen houdt. |
Jullie hebben Jezus Christus nooit gezien, en toch houden jullie van hem. Jullie zien hem ook nu niet, en toch vertrouwen jullie op hem. Ja, jullie juichen van hemelse vreugde! Want jullie weten, dat jullie gered zullen worden omdat jullie geloven. | Jullie hebben Hem nog nooit gezien. Toch houden jullie van Hem. Jullie geloven Hem en zijn heel erg blij dat jullie door Hem zijn gered. En gered worden is immers het doel van het geloof. |
Jezus zei: ‘Dat is goed. Je bent beter geworden dankzij je geloof.’ Op datzelfde moment kon de man weer zien. Hij ging met Jezus mee, op weg naar Jeruzalem. | Jezus zei tegen hem: "Ga naar huis, je geloof heeft je gered." Onmiddellijk kon hij zien en hij volgde Hem op de weg. |
Hij is de redder die God gestuurd heeft. Er is niemand anders op de wereld die ons kan redden. | Niemand anders dan Hij kan de mensen redden. Er is op aarde niemand anders door wie de mensen gered kunnen worden. |
Jezus zei: ‘Als het van mensen afhangt, kan niemand gered worden. Maar het hangt van God af. En dan kan het wel.’ | Hij zei tegen hen: "Wat voor mensen niet mogelijk is, is voor God wél mogelijk." |
Maar Gods goedheid is groot! Hij is vol liefde voor de mensen, hij houdt van ons. Daarom heeft hij ons samen met Christus levend gemaakt. Vroeger waren we eigenlijk dood, want we deden slechte dingen. Maar dankzij Gods goedheid zijn we gered. | Maar God is vol medelijden. Hij wil ons graag vergeven, omdat Hij zo ontzettend veel van ons houdt. Daarom heeft Hij ons tegelijk met Christus geestelijk levend gemaakt. Want we waren geestelijk dood door alle slechte dingen die we hadden gedaan. We zijn dus alleen maar gered doordat God zo geweldig goed voor ons is geweest, en niet omdat we het verdiend hadden. |
Gerelateerde onderwerpen
Redding
Hij is de redder...
Geloof
Daarom zeg ik: Als...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Spreken
Woorden kunnen goed doen...
Genade
Laten we daarom vol...
Rechtvaardigheid
Als je eerlijk en...