- Wie heb ik (nevens U) in de hemel?
Nevens U begeer ik niets op aarde. - Want Ik verkwik de vermoeide ziel, elke versmachtende ziel verzadig Ik.
- Bewaar mij, o God, want bij U schuil ik.
- Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden,
en hun zonden zal Ik niet meer gedenken. - Doe mij in de morgen uw goedertierenheid horen,
want ik vertrouw op U;
maak mij de weg bekend, die ik gaan moet,
want tot U hef ik mijn ziel op. - Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning,
ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer. - Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weder en ga tot de Vader.
- Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg
onder mijn gejammer de ganse dag. - En Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen.
- Ik haast mij en aarzel niet
om uw geboden te onderhouden. - Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.
- Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette,
maar ik had de liefde niet,
ik ware niets. - Waarheen zou ik gaan voor uw Geest,
waarheen vlieden voor uw aangezicht?
Steeg ik ten hemel – Gij zijt daar,
of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde – Gij zijt er. - Het gebod zijner lippen deed ik niet wijken,
in mijn binnenste verborg ik de woorden van zijn mond. - Maar ik zal uitzien naar de Here, ik zal wachten op de God mijns heils; mijn God zal mij horen.
- Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.
- Laat af en weet, dat Ik God ben;
Ik ben verheven onder de volken, verheven op de aarde. - In U wil ik mij verheugen en juichen,
uw naam psalmzingen, o Allerhoogste. - Ik onderricht u in de weg der wijsheid,
ik doe u treden op rechte paden. - Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader.
- Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek.
- Jezus dan zeide: Nog korte tijd ben Ik bij u en dan ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft.
- Ik stel mij de Here bestendig voor ogen;
omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet. - Ik zal Mij groot en heilig betonen en Mij doen kennen ten aanschouwen van vele volken; en zij zullen weten, dat Ik de Here ben.
- Ik heb tot de Here gezegd: Gij zijt mijn Here,
ik heb geen goed buiten U.
Gerelateerde onderwerpen
God
De HERE, uw God...
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Vertrouwen
Vertrouw op de HERE...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Hemelvaart
En nadat Hij dit...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...