Bijbelteksten over 'Lippen'

«»

• Doe weg van u de valsheid van mond
  en houd ver van u de verkeerdheid der lippen.
  Spreuken 4:24sprekenwaarheidliegen
• Bewaar uw tong voor het kwade
  en uw lippen voor het spreken van bedrog.
  Psalm 34:14sprekenkwaadwaarheid
• Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen,
  en mijn ziel, die Gij hebt verlost.
  Psalm 71:23aanbiddingbevrijderziel
• De lippen van de dwaas brengen twist voort,
  en zijn mond roept om slagen.
  Spreuken 18:6sprekenwijsheid
• Wie zijn mond in toom houdt, bewaart zijn leven;
  wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf.
  Spreuken 13:3sprekenwijsheidleven
• Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf.
  Prediker 10:12sprekenwijsheid
• Wie wijs van hart is, neemt geboden aan,
  maar wie dwaas van lippen is, komt ten val.
  Spreuken 10:8wetwijsheidhart
• Zelfs een dwaas die zwijgt, gaat door voor wijs;
  als hij zijn lippen gesloten houdt, voor verstandig.
  Spreuken 17:28sprekenwijsheidverstand
• Het gebod zijner lippen deed ik niet wijken,
  in mijn binnenste verborg ik de woorden van zijn mond.
  Job 23:12wetsprekengehoorzaamheid
• In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet,
  maar wie zijn lippen bedwingt, is verstandig.
  Spreuken 10:19zondespreken
• De lippen van de rechtvaardige weten wat welgevallig is,
  maar de mond der goddelozen is enkel valsheid.
  Spreuken 10:32waarheidrechtvaardigheidspreken
• Want uw goedertierenheid is beter dan het leven;
  mijn lippen zullen U roemen.
  Zo wil ik U prijzen mijn leven lang,
  in uw naam mijn handen opheffen.
  Psalm 63:4-5liefdelevenaanbidding
• In alle moeitevolle arbeid zal voordeel zijn,
  maar het gepraat der lippen leidt enkel tot gebrek.
  Spreuken 14:23betrouwbaarheidsprekenbemoediging
• Here, red mij van de leugenlippen,
  van de bedrieglijke tong.
  Psalm 120:2sprekenbevrijderziel
• Want:
  wie het leven wil liefhebben
  en goede dagen zien,
  weerhoude zijn tong van het kwade,
  en zijn lippen van bedrog te spreken;
  hij wijke af van het kwade en doe het goede,
  hij zoeke de vrede en jage die na.
  1 Petrus 3:10-11liefdevredeleven
• Komt met woorden van schuldbelijdenis, bekeert u tot de Here, zegt tot Hem: Vergeef de ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offerstieren de belijdenis onzer lippen.
  Hosea 14:3bekeringvergeving
• Wie haat verbergt, is een leugenlip;
  wie laster verbreidt, is een dwaas.
  Spreuken 10:18sprekenroddelenliegen
• Leugenlippen zijn de Here een gruwel,
  maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig.
  Spreuken 12:22liegensprekeneerlijkheid
• Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen.
  Efeziërs 4:29sprekenroddelengoedheid
• Hij, die onberispelijk wandelt en doet wat recht is
  en waarheid spreekt in zijn hart,
  die met zijn tong niet lastert,
  die zijn metgezel geen kwaad doet
  en geen smaad op zijn naaste laadt.
  Psalm 15:2-3waarheidvolmaaktheidroddelen