DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Bang'

  • Op de dag dat ik vrees,
    vertrouw ík op U.
  • Maar toen Jezus dat hoorde, antwoordde Hij hem: Wees niet bevreesd, geloof alleen, en zij zal behouden worden.
  • En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel.
  • Want Ik ben de HEERE, uw God,
    Die uw rechterhand vastgrijpt
    en tegen u zegt: Wees niet bevreesd,
    Ik help u.
  • De HEERE is mijn licht en mijn heil,
    voor wie zou ik vrezen?
    De HEERE is mijn levenskracht,
    voor wie zou ik angst hebben?
  • Wees niet bevreesd, kleine kudde, want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.
  • En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal.
  • De HEERE nu is het Die voor u uit gaat. Hij zal met u zijn. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld.
  • Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.
  • Ik, Ik ben het Die u troost.
    Wie bent u dat u bevreesd bent voor een sterveling, die sterven moet,
    voor een mensenkind, gras, dat vergaat.
  • Wees niet bevreesd, want Ik ben met u,
    wees niet verschrikt, want Ik ben uw God.
    Ik sterk u, ook help Ik u,
    ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.
  • Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen.
  • En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven.
  • De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd.
    Wat kan een mens mij doen?
  • Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en schrik niet voor hen terug, want het is de HEERE, uw God, Die met u meegaat. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten.
  • En toen zij Hem zagen lopen op de zee, dachten zij dat het een spook was en schreeuwden luid, want allen zagen Hem en raakten in verwarring; en meteen sprak Hij met hen en zei tegen hen: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.
  • Worden niet vijf musjes voor twee penninkjes verkocht? En niet een van die is bij God vergeten. Ja, ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dan niet bevreesd: u gaat veel musjes te boven.
  • Mensenvrees legt iemand een valstrik,
    maar wie op de HEERE vertrouwt, wordt in een veilige vesting gezet.
  • Maar de engel antwoordde en zei tegen de vrouwen: U hoeft niet bevreesd te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd was. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft.
  • Al belegerde mij een leger,
    mijn hart zou niet vrezen;
    al brak er een oorlog tegen mij uit,
    toch vertrouw ik hierop.
  • Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven.
  • Maar hij zei tegen hen: Wees niet ontdaan. U zoekt Jezus de Nazarener, de Gekruisigde. Hij is opgewekt! Hij is hier niet; zie de plaats waar ze Hem gelegd hadden.
  • Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen?
  • Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden,
    verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.
  • In God prijs ik Zijn woord,
    op God vertrouw ik, ik vrees niet;
    wat zou een schepsel mij kunnen doen?
  • Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE, uw God, is met u, overal waar u heen gaat.
  • Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
    ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
    Uw stok en Uw staf,
    die vertroosten mij.
  • In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen,
    want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen.
  • Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.
  • In mijn nood riep ik de HEERE aan,
    ik riep tot mijn God;
    Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis,
    mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.
  • Ik heb de HEERE gezocht en Hij heeft mij geantwoord,
    en mij gered uit al wat ik vrees.
  • Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij.
  • De HEERE verlost de ziel van Zijn dienaren;
    allen die tot Hem de toevlucht nemen, worden niet schuldig verklaard.
  • Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest.
  • Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
  • Wie in oprechtheid zijn weg gaat, gaat een veilige weg,
    maar wie kromme wegen gaat, zal opgemerkt worden.
  • U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen.
  • Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
    zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
    Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
    mijn God, op Wie ik vertrouw!
  • Want de gebruiken van die volken zijn onzinnig:
    het is immers een stuk hout, iemand heeft het uit het bos gekapt,
    vakwerk met de bijl.
    Met zilver en met goud maken ze het mooi,
    met spijkers en met hamers zetten ze het vast,
    zodat het niet kan wiebelen.
    Ze zijn als een vogelverschrikker op een komkommerveld, want spreken kunnen ze niet.
    Ze moeten helemaal gedragen worden, want ze kunnen geen stap verzetten.
    Wees niet bevreesd voor hen, want kwaad kunnen ze niet doen,
    maar ook goeddoen is er bij hen niet bij.
  • Wanneer u dan in uw hart zegt: Hoe kunnen wij het woord herkennen dat de HEERE niet gesproken heeft? Wanneer die profeet in de Naam van de HEERE spreekt, en het gebeurt niet en het komt niet uit, dan is dat een woord dat de HEERE niet gesproken heeft. In overmoed heeft die profeet dat gesproken; wees niet bevreesd voor hem.
  • En u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede.
  • En kleedt u zich boven alles met de liefde, die de band van de volmaaktheid is.
  • Is dit niet het vasten dat Ik verkies:
    dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt,
    dat u de banden van het juk ontbindt,
    dat u de onderdrukten vrij laat heengaan
    en dat u elk juk breekt?
  • En Hij gaf onderwijs op de sabbat in één van de synagogen. En zie, er was een vrouw die achttien jaar lang een geest had die haar ziek maakte en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. En toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tegen haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. En Hij legde de handen op haar en zij werd onmiddellijk weer opgericht en verheerlijkte God. En het hoofd van de synagoge, die verontwaardigd was dat Jezus op de sabbat genas, antwoordde en zei tegen de menigte: Er zijn zes dagen waarop men moet werken. Kom dan daarop en laat u genezen, maar niet op de dag van de sabbat. De Heere dan antwoordde hem en zei: Huichelaar, maakt niet ieder van u op de sabbat zijn os of ezel van de voederbak los en leidt hem weg om hem te laten drinken? En moest dan deze vrouw, die een dochter van Abraham is en die de satan, zie, nu achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de dag van de sabbat? En toen Hij dit zei, stonden al Zijn tegenstanders beschaamd en de hele menigte was blij om alle heerlijke dingen die door Hem gebeurden.