DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Dage'

  • Geef ons heden ons dagelijks brood.
  • Op de dag dat ik vrees,
    vertrouw ík op U.
  • Hij zei tegen allen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen.
  • En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart; en zij loofden God en vonden genade bij heel het volk. En de Heere voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe.
  • Bezit baat niet op de dag van de verbolgenheid,
    maar gerechtigheid redt van de dood.
  • De HEERE is goed,
    Hij is tot een vesting op de dag van de benauwdheid.
    Hij kent hen die tot Hem hun toevlucht nemen.
  • Ik echter zal van Uw macht zingen
    en 's morgens vrolijk zingen van Uw goedertierenheid.
    Want U bent voor mij een veilige vesting geweest,
    een toevlucht in de dagen dat angst mij benauwde.
  • De HEERE zal Koning worden over heel de aarde.
    Op die dag zal de HEERE de Enige zijn
    en Zijn Naam de enige.
  • Leer ons zó onze dagen tellen,
    dat wij een wijs hart verkrijgen.
  • Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
    al de dagen van mijn leven.
    Ik zal in het huis van de HEERE blijven
    tot in lengte van dagen.
  • En u moet Zijn verordeningen en Zijn geboden, die ik u heden gebied, alle dagen in acht nemen, opdat het u en uw kinderen na u goed gaat en opdat u uw dagen verlengt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft, alle dagen.
  • Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd,
    voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen
    waarvan u zeggen zult:
    Ik vind er geen vreugde in.
  • Op die dag zult u zeggen:
    Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan,
    maak Zijn daden bekend onder de volken,
    roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is.
  • Verlaat uw vriend en de vriend van uw vader niet,
    ga het huis van uw broer niet binnen op de dag van uw ongeluk.
    Beter een buur die nabij is, dan een broer ver weg.
  • Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.
  • Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften.
  • Zeg niet: Hoe komt het
    dat de dagen van vroeger beter waren dan deze?
    Want niet uit wijsheid
    zou u dat vragen.
  • Jezus, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest naar de woestijn geleid, waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel. En Hij at niets in die dagen en ten slotte, toen die voorbij waren, kreeg Hij honger.
  • De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn.
  • Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinner u hoe Hij tot u gesproken heeft, toen Hij nog in Galilea was: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.
  • Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen,
    en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn.
  • Ik heb de HEERE lief,
    want Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden.
    Want Hij neigt Zijn oor tot mij,
    daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen.
  • En de HEERE gebood ons al deze verordeningen te houden, om de HEERE, onze God, te vrezen, ons ten goede, alle dagen, om ons in leven te houden, zoals het op deze dag is.
  • Och, hadden zij maar zo'n hart, om Mij te vrezen en Mijn geboden alle dagen in acht te nemen, opdat het hun en hun kinderen voor eeuwig goed zou gaan!
  • Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden. Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad.
  • Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen.
  • Zie, wij gaan naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal aan de overpriesters en schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen; en zij zullen Hem aan de heidenen overleveren om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen; maar op de derde dag zal Hij opgewekt worden.
  • Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet,
    en laat je hart mijn geboden in acht nemen,
    want lengte van dagen en jaren van leven
    en vrede zullen ze voor jou vermeerderen.
  • Zes dagen mag er werk verricht worden, maar op de zevende dag is het sabbat, een dag van volledige rust, een heilige samenkomst. Geen enkel werk mag u doen. Het is in al uw woongebieden een sabbat voor de HEERE.
  • Hij was daar namelijk veertig dagen en veertig nachten bij de HEERE. Hij at geen brood en dronk geen water. En God schreef op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden.
  • En u, Bethlehem-Efratha,
    al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda,
    uit u zal Mij voortkomen
    Die een Heerser zal zijn in Israël.
    Zijn oorsprongen zijn van oudsher,
    van eeuwige dagen af.
  • Eén ding heb ik van de HEERE verlangd,
    dát zal ik zoeken:
    dat ik wonen mag in het huis van de HEERE,
    al de dagen van mijn leven,
    om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen
    en te onderzoeken in Zijn tempel.
  • Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is. Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.
  • En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou,
    en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
  • Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog; die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen.
  • Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.
    En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.
  • Ga, verzamel alle Joden die zich in Susan bevinden, en vast voor mij: eet niet en drink niet, drie dagen lang, nacht en dag. Ook ikzelf zal zo vasten, samen met mijn dienaressen, en dan zal ik naar de koning gaan, wat niet overeenkomstig de wet is. Als ik dan omkom, dan kom ik om.
  • Toen nu Jezus geboren was in Bethlehem, in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het oosten kwamen in Jeruzalem aan, en zeiden: Waar is de Koning van de Joden die geboren is? Want wij hebben Zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.
  • Neem de sabbatdag in acht om die te heiligen, zoals de HEERE, uw God, u geboden heeft. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw rund, noch uw ezel, noch enig vee van u, noch uw vreemdeling, die binnen uw poorten is, opdat uw dienaar en uw dienares rusten zoals u.
  • Geloofd zij de Heere;
    dag aan dag overlaadt Hij ons.
    Die God is onze zaligheid. Sela
  • Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
  • Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft,
    laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn.
  • Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.
  • De hemel vertelt Gods eer,
    het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.
    Dag op dag spreekt overvloedig,
    nacht op nacht geeft kennis door.
  • Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd.
  • Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof
    en met Uw luister, de hele dag.
  • En Hij gaf onderwijs op de sabbat in één van de synagogen. En zie, er was een vrouw die achttien jaar lang een geest had die haar ziek maakte en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. En toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tegen haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. En Hij legde de handen op haar en zij werd onmiddellijk weer opgericht en verheerlijkte God. En het hoofd van de synagoge, die verontwaardigd was dat Jezus op de sabbat genas, antwoordde en zei tegen de menigte: Er zijn zes dagen waarop men moet werken. Kom dan daarop en laat u genezen, maar niet op de dag van de sabbat. De Heere dan antwoordde hem en zei: Huichelaar, maakt niet ieder van u op de sabbat zijn os of ezel van de voederbak los en leidt hem weg om hem te laten drinken? En moest dan deze vrouw, die een dochter van Abraham is en die de satan, zie, nu achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de dag van de sabbat? En toen Hij dit zei, stonden al Zijn tegenstanders beschaamd en de hele menigte was blij om alle heerlijke dingen die door Hem gebeurden.
  • Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg,
    onder mijn jammerklachten, de hele dag.
  • De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend,
    maar wie schrander is, bedekt schande.
  • Geniet op de dag van voorspoed
    van het goede,
    maar bedenk
    op de dag van tegenspoed
    dat God zowel de ene als de andere
    gemaakt heeft,
    zodat de mens niet kan doorgronden iets wat na hem zijn zal.