- Moeten we nu vaststellen dat de wet hetzelfde is als de zonde? Absoluut niet. Ik ben me echter pas door de wet bewust geworden van de zonde. Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: ‘Zet uw zinnen niet op wat van een ander is.’
- Laten we op elkaar letten en elkaar aansporen tot liefde en goede daden, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.
- Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.
- Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen.
- Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man.
- Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat.
- De gebruiken van die volken zijn niets waard.
Ze hakken een stuk hout in het bos,
een ambachtsman bewerkt het met zijn beitel,
verfraait het met zilver en goud.
Ze spijkeren het vast, dan valt het niet om.
Het is net een vogelverschrikker,
neergezet in een komkommerveld.
Het kan niet spreken
en moet worden gedragen,
want zelf kan het geen stap verzetten.
Heb voor beelden geen ontzag,
kwaad doen ze niet,
en goed nog minder. - Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers als rijkdom te stellen, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten.
- Dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn.
- Neem de sabbat in acht, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden; het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en al uw andere dieren, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u.
- Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.
- Als Ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen.
- Houd je aan mijn voorschriften en leef ze na. Ik ben de HEER.
- Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn.
- Niet ons, HEER, niet ons,
geef uw naam alle eer,
om uw liefde, uw trouw. - Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot inkeer op te roepen, maar zondaars.
- Als u namelijk bereidwillig geeft van wat u hebt, worden uw gaven met vreugde aanvaard; u hoeft niet te geven van wat u niet hebt.
- Blijf de HEER, uw God, volgen en heb alleen voor Hem ontzag. Leef zijn geboden na en luister naar Hem; dien alleen Hem en blijf Hem toegedaan.
- Mag ik niet verwachten
de goedheid van de HEER te zien
in het land van de levenden? - Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!
- Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is.
- Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.
- Een mens stippelt zijn weg uit,
de HEER bepaalt de richting die hij gaat. - Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door Hem.
- Laat niemand zichzelf bedriegen. Wanneer iemand van u denkt dat hij in deze wereld wijs is, moet hij eerst dwaas worden; pas dan kan hij wijs worden.