- En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben.
- En Hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.
- En de geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft.
- Kom met woorden van berouw en keer terug naar de HEER. Zeg tegen Hem: ‘Vergeef ons al onze misdaden. Neem wat goed is van ons aan. Als offer brengen wij U oprechte woorden.’
- Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in onze eenheid met Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.
- Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.
- Toen wij nog hulpeloos waren is Christus immers voor ons, die op dat moment nog schuldig waren, gestorven.
- Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.
- Zo zal het blijven totdat van boven
een geest over ons wordt uitgegoten.
Dan zal de woestijn een boomgaard worden,
een boomgaard die is als een woud. - Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer.
- Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken, om redding te brengen tot aan de uiteinden van de aarde.”
- Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toegroeien naar Hem die het hoofd is: Christus.
- Wij hebben gezondigd en ons misdragen. Wij zijn slecht en opstandig geweest, wij zijn van uw geboden en regels afgeweken.
- God, die ons hart doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen, want de Geest pleit voor de heiligen overeenkomstig Gods wil.
- Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn.
- Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde.
- Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus.
- Hij werd veracht, door mensen gemeden,
hij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was,
een man die zijn gelaat voor ons verborg
en door ons werd verguisd en geminacht. - Alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hopen.
- Want Hij is het die ons gemaakt heeft tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid.
- Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
- Gods genade is openbaar geworden om alle mensen te redden. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven.
- Blijf dus in Hem, kinderen. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn wanneer Hij verschijnt en hoeven we ons niet te schamen bij zijn komst.
- U, God van mijn voorouders, loof ik en roem ik,
want U hebt mij wijsheid en kracht geschonken
en mij onthuld wat wij U hebben afgesmeekt,
U hebt ons laten weten wat de koning verontrust. - Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.