Bijbelteksten over 'Rust'
- Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God. Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.
- Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
- Laten wij er dus ernst mede maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen.
- Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
- Op God rust mijn heil en mijn eer,
mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God. - Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
- Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
van Hem is mijn heil. - Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God,
want van Hem is mijn verwachting. - Zo zegt de Here: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan.
- De verlossing is van de Here,
uw zegen zij over uw volk. sela - Zie, des Heren oog is op hen die Hem vrezen,
die op zijn goedertierenheid hopen. - Ik leer en onderwijs u aangaande de weg die gij gaan moet;
Ik raad u; mijn oog is op u. - De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen,
en zijn oren tot hun hulpgeroep. - Opdat ik, in blijdschap tot u gekomen met Gods wil, mij tezamen met u verkwikken moge.
- Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God,
uw goede Geest geleide mij in een effen land. - Zes dagen mag arbeid verricht worden, maar op de zevende dag zal er een volkomen sabbat zijn: een heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een sabbat voor de Here in al uw woonplaatsen.
- In vrede kan ik mij te ruste begeven en aanstonds inslapen,
want Gij alleen, o Here, doet mij veilig wonen. - En de Here zeide tot de satan: Zie, al wat hij bezit, zij in uw macht; alleen tegen hemzelf zult gij uw hand niet uitstrekken. Toen ging de satan van des Heren aangezicht heen.
- Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.
- Want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen,
en zijn oren tot hun smeking,
maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen. - Maar Jezus zeide: Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen.
- Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden.
- Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten,
vernacht in de schaduw des Almachtigen.
Ik zeg tot de Here: Mijn toevlucht en mijn vesting,
mijn God, op wie ik vertrouw. - De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de heilige Geest.
- Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren.
Gerelateerde onderwerpen
Rust
Komt tot Mij, allen...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...
Sabbat
Gedenk de sabbatdag, dat...
Leren
Ik leer en onderwijs...
Redding
En de behoudenis is...
Ziel
En dan zult gij...
Bijbeltekst van de dag
De verwachting der rechtvaardigen is vreugde,maar de hoop der goddelozen gaat teniet.