Bijbelteksten over 'Tegen'
- Want we vechten niet tegen mensen, maar tegen machten en krachten die over de wereld willen heersen. We vechten tegen de leiders van de duisternis, tegen de hoogste kwade machten.
- Gebruik Gods wapens, en verdedig je daarmee tegen de slechte bedoelingen van de duivel.
- Dit zegt God, de Heer, tegen het volk van Israël: ‘Als jullie mij zoeken, zullen jullie leven.’
- Iedereen die zondigt, komt in opstand tegen God. Want zondigen is hetzelfde als tegen God in opstand komen.
- Ik zeg tegen u:
U bent mijn Heer,
ik vind mijn geluk alleen bij u. - Jezus zei tegen hen: ‘Kom, ga met mij mee. Ik zal jullie leren om mensen te vangen in plaats van vissen.’
- Ik ben niet bang,
ook niet als een heel leger mij aanvalt.
Ik blijf op de Heer vertrouwen,
ook als de strijd begint. - Maak daar de zieke mensen beter en zeg tegen hen: ‘Gods nieuwe wereld is dichtbij.’
- Elke dag denk ik aan uw woorden,
dan doe ik geen verkeerde dingen. - Wees blij als de machtige God je straft,
verzet je niet tegen hem. - Jezus zei verder tegen de leerlingen: ‘Ga de hele wereld door, en vertel het goede nieuws aan iedereen.’
- Toen zei Jezus tegen haar: ‘Denk aan wat ik je gezegd heb! Als je gelooft, zul je Gods hemelse macht zien.’
- De Heer is trouw. Hij zal jullie kracht geven en beschermen tegen de macht van het kwaad.
- Help ons om nooit tegen u te kiezen.
En bescherm ons tegen de macht van het kwaad.
Want u bent koning,
u regeert met grote macht,
voor altijd. Amen. - Hij zorgt voor mensen die goed leven, hij beschermt hen tegen gevaar.
- Want in je hart vechten die slechte verlangens en de heilige Geest met elkaar. De Geest wil niet dat je luistert naar je verlangens. En je verlangens willen niet dat je luistert naar de Geest. Je kunt dus niet zomaar doen wat je wilt.
- Toen zei Jezus: ‘Laat die kinderen bij me komen. Houd ze niet tegen, want Gods nieuwe wereld is er juist voor hen.’
- Heer, bescherm mij tegen mijn vijanden,
bevrijd mij van bedriegers en leugenaars! - Maar Petrus zei: ‘Ananias, je hebt geluisterd naar Satan en je hebt de heilige Geest bedrogen. Want je deed alsof je de hele opbrengst gaf. Waarom heb je dat gedaan? Je had je land gewoon voor jezelf kunnen houden. Of je had het geld voor jezelf kunnen gebruiken. Maar nu ben je oneerlijk geweest, en niet tegen de mensen, maar tegen God!’
- Maar jij moet tegen die mensen zeggen: ‘Wat ik namens de Heer zeg, zal al heel snel gebeuren. De Heer zal er niet lang mee wachten.’
- U bent sterk en machtig,
u beschermt mensen tegen gevaar.
Ga met mij mee en leid mij. - Wees dus gehoorzaam aan God. Blijf dicht bij God. Dan zal God dicht bij jullie blijven. En verzet je tegen de duivel. Dan zal de duivel jullie met rust laten.
- Wat moet ik hier verder nog over zeggen? God houdt van ons. Voor wie zouden wij dan nog bang moeten zijn?
- Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Wees niet bang. Vertrouw op God, en vertrouw op mij.’
- Maar wij zijn fout geweest. We gingen tegen uw wetten in, en we gehoorzaamden u niet. We verzetten ons tegen u, en we deden niet wat u van ons vraagt. We hielden ons niet aan uw regels.
- Vader, ik vraag u niet om mijn leerlingen uit deze wereld weg te halen. Ik vraag u om hen te beschermen tegen de macht van het kwaad.
- Jezus zei nog een keer tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede. De Vader zelf heeft mij gestuurd. En nu ben ik het die jullie stuurt.’
- Tegen jullie allemaal zeg ik: Blijf steeds bidden, en sta altijd klaar om God te danken.
- En de Heer zal me blijven beschermen tegen alle slechte daden van mensen. Hij zal me veilig naar de hemel brengen, waar hij koning is. Alle eer aan hem voor altijd en eeuwig! Amen.
- Stel dat een andere gelovige iets verkeerds doet. Vertel hem dan wat hij verkeerd gedaan heeft. Als hij spijt heeft, moet je hem vergeven. Zelfs als hij zeven keer op een dag iets verkeerds doet tegen jou. Als hij dan ook zeven keer spijt heeft, dan moet je hem vergeven.
- Heer, zeg mij wat ik moet doen,
dan hoef ik niet te twijfelen.
Bescherm mij tegen het kwaad. - Jezus zei tegen hen: ‘God vraagt maar één ding, namelijk dat jullie in mij geloven. Want God heeft mij gestuurd.’
- Jezus hoorde dat en zei tegen Jaïrus: ‘Wees niet bang! Blijf geloven, dan zal je dochter gered worden.’
- Jezus zei tegen alle mensen: ‘Als je mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken. Je moet juist bereid zijn om je leven op te geven, elke dag opnieuw. En je moet met mij meegaan.’
- Toen zei de engel tegen Maria: ‘Je hoeft niet bang te zijn, Maria. God heeft je uitgekozen voor iets moois. Je zult zwanger worden en een zoon krijgen. Je moet hem Jezus noemen.’
- Ik heb ook de mensen gemaakt. De mensen kunnen daarom geen kritiek op mij hebben. Klei zegt toch ook niet tegen de pottenbakker: ‘Wat maak jij eigenlijk?’ Of: ‘Dat vind ik niet mooi!’
- Boze mensen worden rustig als je vriendelijk tegen hen bent,
maar ze worden woedend als je hen beledigt. - Bij de Heer ben ik veilig,
hij is de allerhoogste God.
Bij hem vind ik rust,
hij is de machtige God.
Daarom zeg ik tegen hem:
‘U beschermt me,
ik hoef niet bang te zijn.
Op u vertrouw ik.’ - Zeg dat jullie spijt hebben, en keer terug naar de Heer.
Zeg tegen hem: ‘Vergeef al onze misdaden en neem ons offer aan. Wij zullen geen dieren offeren, maar woorden. Woorden van dankbaarheid.’ - Vrouwen, accepteer het gezag van je man. Gedraag je zoals een christen dat hoort te doen. Mannen, houd van je vrouw en behandel haar goed.
- Geen enkel wapen zal jou raken. En iedereen die jou aanklaagt, zal zelf gestraft worden.
Jeruzalem, jij bent de stad van mijn dienaren. De stad waar ze goed en eerlijk met elkaar zullen leven. Jij bent de stad die ik hun beloofd heb. - Verstandige mensen beschermen zichzelf tegen gevaar,
maar onverstandige mensen zien geen gevaar en worden gestraft. - De Heer zegt: ‘Mijn volk heeft mij niet om raad gevraagd, maar toch ben ik er voor hen. Mijn volk bidt niet tot mij, maar toch zeg ik tegen hen: ‘Hier ben ik, hier!’’
- Dan zegt de heer tegen hem: ‘Uitstekend! Jij bent een goede en trouwe dienaar. Je hebt trouw gezorgd voor een klein bedrag. Daarom krijg je de leiding over grote en belangrijke zaken. Kom nu naar mijn feest.’
- Jezus antwoordde: ‘Dat komt doordat jullie geloof te klein is. Luister goed naar mijn woorden: Zelfs als je geloof maar zo klein is als een mosterdzaadje, is alles mogelijk. Als je dan tegen een berg zegt: ‘Ga eens opzij,’ dan gaat die berg opzij.’
- Jezus zei tegen hen: ‘Wat ik aan de mensen leer, heb ik niet van mijzelf. Het is de boodschap van God, hij heeft mij gestuurd.’
- Jezus zei tegen de Joden die in hem geloofden: ‘Mijn boodschap moet in jullie hart zijn. Alleen dan zijn jullie echt mijn leerlingen. Dan zullen jullie de waarheid kennen, en daardoor zullen jullie bevrijd worden.’
- Toen zei Jezus tegen hen: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Iedereen die verkeerde dingen doet, is een slaaf van de zonde.’
- Maar Jezus zei tegen haar: ‘Houd me niet vast, want ik moet omhooggaan naar de Vader. En jij moet aan mijn vrienden gaan vertellen dat ik gezegd heb: ‘Ik ga omhoog naar mijn Vader, die ook jullie Vader is. Ik ga naar mijn God, die ook jullie God is.’’
- Luister goed naar mijn woorden: Als je iets aan God vraagt, twijfel dan niet, maar geloof dat het zal gebeuren. Dan gebeurt het ook. Zelfs als je tegen die berg daar zegt: ‘Kom van je plaats en laat je in de zee vallen.’
Gerelateerde onderwerpen
Duivel
De duivel is jullie...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde: ‘Als je...
Bescherming
Gebruik Gods wapens, en...
Kwaad
Laat je niet overwinnen...
Zonde
Jullie weten dat slechte...
God
De Heer, jullie God...
Bijbeltekst van de dag
En ik denk:Een mens is niet belangrijk,
en toch denkt u aan hem.
Een mens is maar klein,
en toch vergeet u hem niet.