Bijbelteksten over 'Toorn'
Een zacht antwoord keert woede af, maar een krenkend woord wekt toorn op. | Boze mensen worden rustig als je vriendelijk tegen hen bent, maar ze worden woedend als je hen beledigt. |
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. | Mensen die geloven in de Zoon, krijgen het eeuwige leven. Maar mensen die niet in hem willen geloven, krijgen dat eeuwige leven niet. Nee, zij worden voor altijd door God gestraft. |
Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn. | Vrienden, bedenk dit goed: Je moet altijd bereid zijn om naar een ander te luisteren. Maar denk eerst goed na voordat je iets terugzegt. En word vooral niet meteen kwaad. |
De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend, maar wie schrander is, bedekt schande. | Als dwaze mensen boos zijn, laten ze dat meteen merken, maar als wijze mensen beledigd worden, zwijgen ze. |
Want een ogenblik duurt Zijn toorn, maar een leven lang Zijn goedgunstigheid; overnacht 's avonds het geween, 's morgens is er gejuich. | De woede van de Heer duurt kort, maar zijn liefde duurt een leven lang! Ook al val je ’s avonds huilend in slaap, ’s ochtends sta je juichend weer op. |
Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land, die Zijn recht uitvoeren. Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid, misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE. | Maar sommigen van jullie zijn trouw aan de Heer en leven volgens zijn wetten. Zij moeten zich alleen op hem richten, en goed en eenvoudig proberen te leven. Misschien zullen ze dan veilig zijn op de dag van de Heer. |
En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere. | Vaders, wees niet hard voor je kinderen. Maar waarschuw ze voor verkeerde dingen, en leer ze de christelijke regels. |
Keer terug, afvallig Israël, spreekt de HEERE, Mijn aangezicht is tegenover u niet betrokken, want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE, Ik handhaaf Mijn toorn niet voor eeuwig. | De Heer zegt tegen jullie: ‘Ontrouw volk, kom bij me terug. Dan zal ik niet meer boos op jullie zijn. Ik ben een God van liefde, mijn woede duurt niet voor altijd.’ |
Wie is een God als U, Die de ongerechtigheid vergeeft, Die voorbijgaat aan de overtreding van het overblijfsel van Zijn eigendom? Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn, want Hij vindt vreugde in goedertierenheid. | Er is niemand zoals u, God. U bent een God die schuld vergeeft. U kijkt niet meer naar de fouten van uw volk. U blijft niet altijd boos, maar u wilt ons graag uw liefde laten zien. |
U mag geen enkele weduwe of wees onderdrukken. Als u hen maar enigszins onderdrukt en zij maar enigszins tot Mij om hulp roepen, zal Ik hun roep zeker verhoren. Mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden en uw vrouwen zullen weduwen en uw kinderen wezen worden. | Weduwen mag je niet slecht behandelen, en ook kinderen zonder vader niet. Als je dat toch doet en als ze mij dan om hulp vragen, zal ik naar hen luisteren. Dan zal ik kwaad worden en jullie doden. Dan hebben jullie eigen vrouwen geen man meer. En dan hebben jullie eigen kinderen geen vader meer. |
Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, en geef de duivel geen plaats. | Als je boos bent, ga dan geen verkeerde dingen doen. Maar zorg ervoor dat je boosheid snel weer verdwijnt, dan kan de duivel geen invloed op je krijgen. |
Bezit baat niet op de dag van de verbolgenheid, maar gerechtigheid redt van de dood. | Op de dag dat God zal straffen, heb je niets aan je geld. Alleen als je goed leeft, word je gered van de dood. |
Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop, maar een wijze houdt die in toom. | Dwaze mensen worden meteen woedend, maar wijze mensen blijven altijd rustig. |
Het aangezicht van de HEERE is tegen hen die kwaad doen: Hij zal hun nagedachtenis van de aarde uitroeien. | Maar slechte mensen vernietigt hij, niemand zal nog aan hen denken. |
Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven. | Veel mensen laten zich leiden door hun slechte verlangens. Daardoor doen ze slechte dingen. Dat weten we allemaal. Ze gedragen zich slecht en hebben verboden seks. Ze vereren afgoden en gebruiken toverspreuken. Ze zijn jaloers op elkaar en denken alleen maar aan zichzelf. Ze vormen eigen groepen en zoeken ruzie. Ze worden snel kwaad en behandelen elkaar als vijanden. Ze drinken te veel, en op feesten laten ze zich helemaal gaan. En ze doen nog veel meer slechte dingen. Ik heb het jullie al eerder gezegd: Wie zulke dingen doet, zal niet in Gods nieuwe wereld komen. |
Gerelateerde onderwerpen
Boosheid
Word boos, maar zondig...
Zonde
Of weet u niet...
Zelfbeheersing
Zoals een opengebroken stad...
Spreken
Dood en leven zijn...
Wijsheid
De HEERE geeft immers...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Bijbeltekst van de dag
En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.Willekeurige Bijbeltekst
Al zal de vijgenboom niet in bloei staanen er geen vrucht aan de wijnstok zijn,
al zal de opbrengst van de olijfboom tegenvallen
en zullen de velden geen voedsel voortbrengen,
al zal het kleinvee uit de kooi verdwenen zijn
en er geen rund in de stallen over zijn –
ik zal dan toch in de HEERE van vreugde opspringen,
mij verheugen in de God van mijn heil.Volgende tekst!Met afbeelding