Bijbelteksten over 'Wie'

«»

• Wie graag rijk wil zijn, heeft nooit genoeg. Wie veel heeft, wil steeds meer hebben. Ook dat is allemaal zinloos.
  Prediker 5:9geldhebzuchtmaterialisme
• Toen hoorde ik de stem van de Heer. Hij zei: ‘Wie zal ik naar mijn volk sturen? Wie kan er namens mij spreken?’ En ik zei: ‘Ik! U kunt mij sturen.’
  Jesaja 6:8profetieevangelisatiespreken
• Geef dus altijd wat je moet geven. Betaal alle belasting die je moet betalen. Heb respect voor wie respect verdient. En geef eer aan wie eer verdient.
  Romeinen 13:7eerlijkheidgeldontzag
• Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.
  1 Johannes 4:8liefdeGod
• Wie is dan die grote koning?
  Het is de machtige Heer.
  Hij is die grote koning!
  Psalm 24:10aanbiddingkoninkrijkerkennen
• Wie heeft dat allemaal laten gebeuren? Dat ben ik, de Heer! En wie bepaalt steeds wat er gaat gebeuren? Dat ben ik! Ik was er al in het begin, en ik zal er ook aan het einde zijn.
  Jesaja 41:4Godkracht
• Slaap alleen met de man of vrouw met wie je getrouwd bent. Wie verboden seks heeft of vreemdgaat, zal door God gestraft worden.
  Hebreeën 13:4huwelijkbegeerteveroordeling
• Wat moet ik hier verder nog over zeggen? God houdt van ons. Voor wie zouden wij dan nog bang moeten zijn?
  Romeinen 8:31Godbemoedigingbescherming
• Jezus zei: ‘Wie op een gewone, menselijke manier geboren wordt, zal een keer sterven. Maar wie geboren wordt door de Geest, zal eeuwig leven.’
  Johannes 3:6wedergeboorteGeest
• Wie luistert naar zijn verkeerde verlangens, eindigt in de eeuwige dood. Maar wie luistert naar de heilige Geest, zal voor eeuwig leven bij God.
  Romeinen 8:6Geestvredeleven
• Toen zei Jezus: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Simon Petrus antwoordde: ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God.’
  Matteüs 16:15-16MessiasJezus
• Alle eer aan God in de hemel. En vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt.
  Lucas 2:14kerstvredeengelen
• Dank de Heer
  en maak bekend wie hij is!
  Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft.
  Psalm 105:1sprekenevangelisatieaanbidding
• Iedereen die verbonden blijft met de Zoon, krijgt het eeuwige leven. Maar wie niet verbonden blijft met de Zoon, krijgt het eeuwige leven niet.
  1 Johannes 5:12reddingJezusleven
• Dit is de regel die we van God gekregen hebben: Wie van God houdt, moet ook van andere gelovigen houden.
  1 Johannes 4:21wetliefdevriendschap
• Wie gehoorzaam is aan de zonde, krijgt als beloning de dood. Maar wie bij God hoort, krijgt het geschenk dat God ons wil geven: het eeuwige leven, dankzij onze Heer Jezus Christus.
  Romeinen 6:23zondeeeuwig levenbeloning
• Wie wijs en verstandig is, moet nadenken over de woorden in dit boek. Want de Heer is rechtvaardig. Leef daarom zoals hij het wil. Als je dat niet doet, loopt het slecht met je af.
  Hosea 14:10wijsheidbegrijpenrechtvaardigheid
• De wereld gaat voorbij. En ook het verlangen naar dingen in de wereld gaat voorbij. Maar wie doet wat God wil, zal eeuwig leven.
  1 Johannes 2:17eeuwig levengehoorzaamheidbegeerte
• Iedereen die gelooft en gedoopt wordt, zal gered worden. Maar iedereen die niet gelooft, zal door God gestraft worden.
  Marcus 16:16geloofreddingdopen
• Ik heb hun bekendgemaakt wie u bent, en dat blijf ik doen. Uw liefde voor mij zal nu ook bij hen zijn. En ik zal altijd in hen zijn.
  Johannes 17:26liefdeJezusbidden
• Wie jaloers is of zichzelf beter vindt dan anderen, leeft helemaal verkeerd, en zorgt overal voor onrust.
  Jakobus 3:16zondeegoismekwaad
• Want iedereen die niet in de Zoon gelooft, die hoort niet bij de Vader. Maar wie wel in de Zoon gelooft, die hoort wel bij de Vader.
  1 Johannes 2:23JezusVadererkennen
• Je houdt van mij als je volgens mijn regels leeft. En als je van mij houdt, dan houdt de Vader van jou. En ook ik zal van je houden, en je laten zien wie ik echt ben.
  Johannes 14:21wetliefdeVader
• U kunt mensen rijk en beroemd maken. U heerst over alles, want u hebt alle macht. U beslist wie sterk en machtig worden.
  1 Kronieken 29:12almachtigkrachtgeld
• Er is er maar één op wie we trots moeten zijn: de Heer. Iemand kan wel over zichzelf zeggen: ‘Ik werk voor de Heer.’ Maar dat zegt nog niets. Dat weet je pas zeker, als de Heer zelf laat zien dat iemand voor hem werkt.
  2 Korintiërs 10:17-18betrouwbaarheidtrots