Bijbelteksten over 'Wie'
- Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt.
- Wie geld liefheeft, wordt van geld niet verzadigd, noch wie rijkdom liefheeft, van inkomsten. Ook dit is ijdelheid.
- Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik, zend mij.
- Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.
- Want wie is God behalve de Here,
wie is een rots buiten onze God? - Want wie is God behalve de Here,
wie is een rots buiten onze God? - Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
- Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.
- Wie haat verbergt, is een leugenlip;
wie laster verbreidt, is een dwaas. - Wie is Hij toch, de Koning der ere?
De Here der heerscharen,
Hij is de Koning der ere. sela - Wie tucht liefheeft, heeft kennis lief;
maar wie terechtwijzing haat, is dom. - Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn?
- Wie met wijzen omgaat, wordt wijs;
maar wie met dwazen verkeert, wordt slecht. - Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief;
wie inzicht bewaart, vindt geluk. - Maar wie roemt, roeme in de Here; want niet wie zichzelf aanbeveelt, doch wie van de Here een aanbeveling ontvangt, heeft de proef doorstaan.
- Hij antwoordde en zeide: Wie een dubbel stel klederen heeft, dele mede aan wie er geen heeft, en wie spijzen heeft, doe evenzo.
- Daarom vertrouwen op U wie uw naam kennen,
want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here. - Wie heeft dit bewerkt en tot stand gebracht? Hij, die de geslachten van de aanvang af heeft geroepen; Ik, de Here, die de eerste ben, en bij de laatsten ben Ik dezelfde.
- Wie het gebod bewaart, bewaart zijn leven;
maar wie niet let op zijn wandel, zal sterven. - Wie in oprechtheid wandelt, gaat veilig,
maar wie zijn wegen verdraait, wordt doorzien. - Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet.
- Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden,
maar voor wie tot vrede raden, is er vreugde. - Wie wijs van hart is, neemt geboden aan,
maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. - En wie zal u kwaad doen, als gij u beijvert voor het goede?
- Wie zijn mond in toom houdt, bewaart zijn leven;
wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf. - Wie wijs is, geve op deze dingen acht; wie verstandig is, erkenne ze. Want de wegen des Heren zijn recht: rechtvaardigen wandelen daarop, maar overtreders struikelen er.
- Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.
- Voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.
- Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.
- Wie is het, die de wereld overwint, dan wie gelooft, dat Jezus de Zoon van God is?
- (Bedenkt) dit: wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten.
- Wie een overtreding bedekt, jaagt liefde na;
maar wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden. - Wie heb ik (nevens U) in de hemel?
Nevens U begeer ik niets op aarde. - En dit gebod hebben wij van Hem: Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben.
- Wie met laster omgaat, verraadt geheimen;
maar wie betrouwbaar van geest is, houdt een zaak verborgen. - Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn;
maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. - Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!
- Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God.
- De Here is mijn licht en mijn heil,
voor wie zou ik vrezen?
De Here is mijns levens veste,
voor wie zou ik vervaard zijn? - Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
- En de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.
- Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.
- Een degelijke huisvrouw, wie zal haar vinden?
haar waarde gaat koralen ver te boven. - Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, want God heeft hem aanvaard.
- Maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
- Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen.
- Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid.
- Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
- De lankmoedige is groot van verstand,
maar wie kortaangebonden is, hoopt dwaasheid op. - Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn.
Gerelateerde onderwerpen
God
De HERE, uw God...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
Leven
De HERE zal u...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Spreken
Dood en leven zijn...
Geld
Laat uw wijze van...