Bijbelteksten over 'Ze'
- Mijn zoon, sla acht op mijn woorden,
neig uw oor tot mijn uitspraken;
laat ze niet wijken uit uw ogen,
bewaar ze diep in uw hart. - Dat liefde en trouw u niet verlaten!
Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart,
dan zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven
in de ogen van God en mensen. - Toen nam Hij de vijf broden en de twee vissen, en Hij zag op naar de hemel, sprak de zegen uit en brak ze, en Hij gaf ze aan de discipelen om ze aan de schare voor te zetten. En zij aten en werden allen verzadigd en het overschot werd door hen opgeraapt: twaalf manden met brokken.
- Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen.
- Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn;
maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. - Gij zult naast Mij geen goden maken; noch van zilver noch van goud zult gij ze u maken.
- Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven?
- En Hij maakte u het verbond bekend, dat Hij u gebood te houden, de Tien Woorden, en Hij schreef ze op twee stenen tafelen.
- Let op de raven, zij zaaien niet en zij maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer of schuur, en toch voedt God ze. Hoe ver gaat gij de vogelen te boven!
- Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.
- Maar Jezus zeide: Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen.
- Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd.
- De vreze des Heren is het begin der wijsheid,
een goed inzicht hebben allen die ze betrachten.
Zijn lof houdt eeuwig stand. - Wie wijs is, geve op deze dingen acht; wie verstandig is, erkenne ze. Want de wegen des Heren zijn recht: rechtvaardigen wandelen daarop, maar overtreders struikelen er.
- En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht.
- En Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft, gaat alles te boven en niemand kan iets roven uit de hand mijns Vaders. Ik en de Vader zijn één.
- Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.
- Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
- Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt.
- Want de handelwijze der volken, die is nietigheid: want als een stuk hout heeft men het uit het woud gehakt, – arbeid van werkmanshanden met de bijl – met zilver en goud siert men het op, met spijkers en hamers maakt men het vast, zodat het niet waggelt. Als een vogelverschrikker in een komkommerveld zijn zij, zij spreken niet, zij moeten beslist gedragen worden, want zij kunnen geen stap doen. Vreest voor hen niet, want zij doen geen kwaad, maar ook goeddoen is er bij hen niet.
- Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.
- Toen werden hun beider ogen geopend, en zij bemerkten, dat zij naakt waren; zij hechtten vijgebladeren aaneen en maakten zich schorten.
- En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. En zij wierpen het lot om zijn klederen te verdelen.
- Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan.
- De slaven moeten hun meesters onderdanig zijn in alles, het hun naar de zin maken zonder tegenspraak, of oneerlijkheid, maar alle goede trouw bewijzen, om de leer van God, onze Heiland, in alles tot sieraad te strekken.
- Neemt dan mijn geboden nauwgezet in acht: Ik ben de Here.
- Toen zij Hem over de zee zagen gaan, meenden zij, dat het een spook was en zij schreeuwden luid. Want allen zagen zij Hem en werden verbijsterd. Maar terstond sprak Hij met hen en zeide tot hen: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd!
- Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.
- Toen zij weidden, werden zij verzadigd; toen zij verzadigd waren, verhief zich hun hart; daarom vergaten zij Mij.
- En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.
- En het geschiedde, dat Hij op de sabbat door de korenvelden ging en zijn discipelen begonnen onder het gaan aren te plukken. En de Farizeeën zeiden tot Hem: Zie, waarom doen zij op de sabbat wat niet mag? En Hij zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen wat David gedaan heeft, toen de nood drong en hij en die met hem waren, honger kregen? Hoe hij onder het hogepriesterschap van Abjatar het huis Gods binnengegaan is en de toonbroden gegeten heeft, waarvan niemand mag eten dan de priesters, en hij ze ook aan degenen, die met hem waren, gegeven heeft? En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om de mens, en niet de mens om de sabbat. Alzo is de Zoon des mensen heer ook over de sabbat.
- En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.
- Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet
en uw hart beware mijn geboden,
want lengte van dagen, en jaren van leven,
en vrede zullen zij u vermeerderen. - En zij trokken Hem zijn klederen uit en deden Hem een scharlaken mantel om; ook vlochten zij van doornen een kroon en zetten die op zijn hoofd en gaven Hem een riet in zijn rechterhand. Toen vielen zij voor Hem op de knieën en spotten, zeggende: Wees gegroet, gij Koning der Joden!
- Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat.
- En de herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien, gelijk het hun gezegd was.
- Maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn.
- Indien de wereld u haat, weet dan, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft.
- En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren.
- En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
- En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.
- En voortdurend waren zij elke dag eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten, en zij loofden God en stonden in de gunst bij het gehele volk. En de Here voegde dagelijks toe aan de kring, die behouden werden.
- Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven.
- Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
- En zonder ophouden, iedere dag, leerden zij in de tempel en aan huis, en verkondigden het evangelie, dat de Christus Jezus is.
- Weest niet gelijk aan uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: zo zegt de Here der heerscharen: bekeert u toch van uw boze handel en wandel; maar zij luisterden niet en sloegen op Mij geen acht, luidt het woord des Heren.
- Plannen mislukken bij gebrek aan overleg,
maar door de veelheid van raadgevers komt iets tot stand. - Evenzo, dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht, zedig en ingetogen, niet met haarvlechten en goud of paarlen en kostbare kleding, maar – zó immers betaamt het vrouwen, die voor haar godsvrucht uitkomen – door goede werken.
- En boven zijn hoofd brachten zij op schrift de beschuldiging tegen Hem aan: Dit is Jezus, de Koning der Joden.
- Maar Jezus hoorde het en antwoordde hem: Wees niet bevreesd, geloof alleen, en zij zal behouden worden.
Gerelateerde onderwerpen
Wet
Wat ik u heden...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...
Zonde
Of weet gij niet...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Luisteren
Weet (dit) wel, mijn...
Waardevol
Omdat gij kostbaar zijt...
Bijbeltekst van de dag
Hij zeide tot hen: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.Willekeurige Bijbeltekst
De zegen des Heren, die maakt rijk,zwoegen voegt er niets aan toe.Volgende tekst!Met afbeelding