Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here. | Therefore, my dear brothers and sisters, stand firm. Let nothing move you. Always give yourselves fully to the work of the Lord, because you know that your labor in the Lord is not in vain. |
In ijver onverdroten, vurig van geest, dient de Here. | Never be lacking in zeal, but keep your spiritual fervor, serving the Lord. |
Indien iemand Mij wil dienen, hij volge Mij, en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Indien iemand Mij dienen wil, de Vader zal hem eren. | Whoever serves me must follow me; and where I am, my servant also will be. My Father will honor the one who serves me. |
En Hij ging zitten, riep de twaalven en zeide tot hen: Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn en aller dienaar. | Sitting down, Jesus called the Twelve and said, “Anyone who wants to be first must be the very last, and the servant of all.” |
Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. | For even the Son of Man did not come to be served, but to serve, and to give his life as a ransom for many. |
Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. | His master replied, ‘Well done, good and faithful servant! You have been faithful with a few things; I will put you in charge of many things. Come and share your master’s happiness!’ |
De Here, uw God, zult gij volgen, Hem vrezen, zijn geboden houden en naar zijn stem luisteren: Hem zult gij dienen en aanhangen. | It is the Lord your God you must follow, and him you must revere. Keep his commands and obey him; serve him and hold fast to him. |
Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij. | For we are co-workers in God’s service; you are God’s field, God’s building. |
Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; (gebruikt) echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde. | You, my brothers and sisters, were called to be free. But do not use your freedom to indulge the flesh; rather, serve one another humbly in love. |
Nu dan, Israël, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wèl ga. | And now, Israel, what does the Lord your God ask of you but to fear the Lord your God, to walk in obedience to him, to love him, to serve the Lord your God with all your heart and with all your soul, and to observe the Lord’s commands and decrees that I am giving you today for your own good? |
Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust. | All Scripture is God-breathed and is useful for teaching, rebuking, correcting and training in righteousness, so that the servant of God may be thoroughly equipped for every good work. |
Gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. | Just as the Son of Man did not come to be served, but to serve, and to give his life as a ransom for many. |
Door de Here worden de schreden van de man bevestigd, aan wiens weg Hij welgevallen heeft. | The Lord makes firm the steps of the one who delights in him. |
Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn. | Not so with you. Instead, whoever wants to become great among you must be your servant, and whoever wants to be first must be your slave. |
Want God is niet onrechtvaardig, dat Hij uw werk zou vergeten en de liefde, die gij voor zijn naam getoond hebt door de diensten, welke gij de heiligen bewezen hebt en nog bewijst. | God is not unjust; he will not forget your work and the love you have shown him as you have helped his people and continue to help them. |
Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen. | Now that I, your Lord and Teacher, have washed your feet, you also should wash one another’s feet. |
Maar indien het kwaad is in uw ogen, de Here te dienen, kiest dan heden, wie gij dienen zult: òf de goden die uw vaderen aan de overzijde der Rivier gediend hebben, òf de goden der Amorieten, in wier land gij woont. Maar ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen! | But if serving the Lord seems undesirable to you, then choose for yourselves this day whom you will serve, whether the gods your ancestors served beyond the Euphrates, or the gods of the Amorites, in whose land you are living. But as for me and my household, we will serve the Lord. |
Alleen, volbrengt zeer nauwgezet het gebod en de wet, welke Mozes, de knecht des Heren, u geboden heeft: dat gij de Here, uw God, zoudt liefhebben, in al zijn wegen wandelen, zijn geboden onderhouden, Hem aanhangen, en Hem dienen met geheel uw hart en met geheel uw ziel. | But be very careful to keep the commandment and the law that Moses the servant of the Lord gave you: to love the Lord your God, to walk in obedience to him, to keep his commands, to hold fast to him and to serve him with all your heart and with all your soul. |
Vreest slechts de Here en dient Hem trouw met uw ganse hart, want ziet, welke grote dingen Hij onder u gedaan heeft. | But be sure to fear the Lord and serve him faithfully with all your heart; consider what great things he has done for you. |
Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon. | No one can serve two masters. Either you will hate the one and love the other, or you will be devoted to the one and despise the other. You cannot serve both God and money. |
Als vrijen en niet als mannen, die de vrijheid misbruiken tot dekmantel voor hun kwaadwilligheid, maar als dienaren Gods. | Live as free people, but do not use your freedom as a cover-up for evil; live as God’s slaves. |
De Here verlost de ziel van zijn knechten, allen die bij Hem schuilen, zullen niet boeten. | The Lord will rescue his servants; no one who takes refuge in him will be condemned. |
En stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. | Do not offer any part of yourself to sin as an instrument of wickedness, but rather offer yourselves to God as those who have been brought from death to life; and offer every part of yourself to him as an instrument of righteousness. |
Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen? | How much more, then, will the blood of Christ, who through the eternal Spirit offered himself unblemished to God, cleanse our consciences from acts that lead to death, so that we may serve the living God! |
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een slaaf staat niet boven zijn heer, noch een gezant boven zijn zender. | Very truly I tell you, no servant is greater than his master, nor is a messenger greater than the one who sent him. |