Bijbelteksten over 'Deed'
- Toen God zag dat zij inderdaad braken met hun kwalijke praktijken, zag Hij ervan af hen te treffen met het onheil dat Hij had aangekondigd, en Hij deed het niet.
- En ga de weg van de liefde, zoals Christus deed, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God.
- Ik vind grote vreugde in de HEER,
mijn hele wezen jubelt om mijn God.
Hij deed mij het kleed van de redding aan,
hulde mij in de mantel van de gerechtigheid,
zoals een bruidegom een kroon opzet,
zoals een bruid zich tooit met haar sieraden. - Hij zond zijn woord en genas hen,
ontrukte hen aan het graf. - Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.
- Omdat ik de arme redde die om hulp riep,
en de wees die in de steek gelaten was.
Ik werd gezegend door de stervende,
in het hart van de weduwe bracht ik de vreugde terug. - De geboden die Hij voorschreef heb ik nageleefd,
de woorden die Hij sprak heb ik het meest van al gekoesterd. - Toen Hij op sabbat eens door de korenvelden liep, begonnen zijn leerlingen onderweg aren te plukken. ‘Kijk eens!’ zeiden de farizeeën tegen Hem. ‘Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?’ Maar Hij antwoordde: ‘Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen gebrek leden en honger hadden? Hij ging het huis van God binnen – Abjatar was toen hogepriester – en at van de toonbroden, waarvan alleen de priesters mogen eten. En hij gaf ze ook aan zijn mannen te eten.’ En Hij voegde eraan toe: ‘De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat; en dus is de Mensenzoon ook heer over de sabbat.’
- U weet ook dat ik alles bekend heb gemaakt wat uw welzijn ten goede komt en dat ik u daarover in het openbaar en thuis heb onderricht.
- Daarom vastten wij en vroegen onze God om hulp, en Hij verhoorde ons.
- En heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest.
- Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal.
- Smakelijk voedsel at ik niet, vlees en wijn kwamen niet in mijn mond, en ik wreef mij niet in met olie tot er drie weken verstreken waren.
- Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat Hij daartoe uit genade besloten had. Deze genade was ons al vóór alle tijden gegeven in Christus Jezus.
- Elk huis heeft een bouwer, maar God is de bouwer van alles.
- Ter wille van ons heeft God Hem die de zonde niet kende één gemaakt met de zonde, zodat wij in Hem rechtvaardig voor God konden worden.
- Zo nam Hij na de maaltijd ook de beker, en zei: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond, dat door mijn bloed gesloten wordt.’
- Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief Hij zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel.
- Toen beleed ik U mijn zonde,
ik dekte mijn schuld niet toe,
ik zei: ‘Ik beken de HEER mijn ontrouw’ –
en U vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. sela - Aan ons heeft God dit geopenbaard, door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God.
- Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.
- In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade.
- Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood opnieuw geboren doen worden en ons zo levende hoop gegeven.
- Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.
- Zal Hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons dan met Hem ook niet alles schenken?