- Gij toch doet mijn lamp schijnen,
de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. - Want Ik, de Here, uw God, grijp uw rechterhand vast; die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u.
- Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.
- En dit gebod hebben wij van Hem: Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben.
- Here, God der heerscharen, herstel ons,
doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden. - Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.
- Gij gelooft, dat God één is? Daaraan doet gij wèl, (maar) dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen.
- Dezen beroemen zich op wagens en genen op paarden,
maar wij roemen in de naam van de Here, onze God. - Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God,
uw goede Geest geleide mij in een effen land. - Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan (ook) God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben.
- Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.
- Ik ben de Here, uw God, wandelt naar mijn inzettingen en onderhoudt naarstig mijn verordeningen. Heiligt mijn sabbatten, dan zullen deze een teken zijn tussen Mij en u, opdat gij weet, dat Ik, de Here, uw God ben.
- Leid mij in uw waarheid en leer mij,
want Gij zijt de God mijns heils,
U verwacht ik de ganse dag. - En de Here God maakte voor de mens en voor zijn vrouw klederen van vellen en bekleedde hen daarmede.
- Ik ben de alfa en de omega, zegt de Here God, die is en die was en die komt, de Almachtige.
- En wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen, opdat geen vlees zou roemen voor God.
- Daarom zijt Gij groot, Here Here, want niemand is U gelijk en geen God is er behalve Gij naar al wat wij met onze oren gehoord hebben.
- De offeranden Gods zijn een verbroken geest;
een verbroken en verbrijzeld hart
veracht Gij niet, o God. - Jezus zag hen aan en zeide: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
- Maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn.
- Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
- Erken dan van harte, dat de Here, uw God, u vermaant, zoals een man zijn zoon vermaant.
- Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen?
- Eer de bergen geboren waren,
en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht,
ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. - Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus.
Gerelateerde onderwerpen
God
De HERE, uw God...
Redding
En de behoudenis is...
Jezus
Jezus zag hen aan...
Afhankelijkheid
Want Ik, de HERE...
Licht
Sta op, word verlicht...
Leren
Ik leer en onderwijs...