DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Kent'

  • Here, Gij doorgrondt en kent mij;
    Gij kent mijn zitten en mijn opstaan,
    Gij verstaat van verre mijn gedachten.
  • Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.
  • Want er is geen woord op mijn tong,
    of, zie, Here, Gij kent het volkomen.
  • Zoals gij de weg van de wind evenmin kent als het gebeente in de schoot van een zwangere vrouw, zomin kent gij het werk van God, die alles maakt.
  • Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.
  • De Here is goed, een sterkte ten dage der benauwdheid; Hij kent hen die bij Hem schuilen.
  • Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder, die liefheeft, is uit God geboren en kent God.
  • Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien.
  • Maar Ik ben de Here, uw God, van het land Egypte af; een God nevens Mij kent gij niet en een verlosser buiten Mij is er niet.
  • Here, al mijn verlangen ligt voor U open,
    mijn zuchten is voor U niet verborgen.
  • Want Hij weet, hoe mijn wandel is;
    toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn.
    Mijn voet bleef vast in zijn spoor,
    ik hield zijn weg zonder af te buigen.
  • Daarom vertrouwen op U wie uw naam kennen,
    want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here.
  • Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods.
  • Hij openbaart ondoorgrondelijke en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, en het licht woont bij Hem.
  • De vreze des Heren is het begin der wijsheid
    en het kennen van de Hoogheilige is verstand.
  • Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.
  • Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
  • Het zijn de gunstbewijzen des Heren, dat wij niet omgekomen zijn,
    want zijn barmhartigheden houden niet op,
    elke morgen zijn zij nieuw,
    groot is uw trouw!
  • Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood.
  • Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.
  • Maar, gelijk geschreven staat:
    Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord
    en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.
  • Wie wijs is, geve op deze dingen acht; wie verstandig is, erkenne ze. Want de wegen des Heren zijn recht: rechtvaardigen wandelen daarop, maar overtreders struikelen er.
  • De liefde is lankmoedig,
    de liefde is goedertieren,
    zij is niet afgunstig,
    de liefde praalt niet,
    zij is niet opgeblazen,
    zij kwetst niemands gevoel,
    zij zoekt zichzelf niet,
    zij wordt niet verbitterd,
    zij rekent het kwade niet toe.
  • En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven. Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.