Bijbelteksten over 'Zeker'
- Zeker niet, zeg Ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal op dezelfde wijze omkomen.
- U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend.
- Als een slecht mens zich afkeert van de zonden die hij heeft begaan, zich houdt aan al mijn bepalingen en handelt naar recht en gerechtigheid, zal hij zeker in leven blijven en niet sterven.
- U zegt: ‘Alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen.
- Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.
- Mag ik niet verwachten
de goedheid van de HEER te zien
in het land van de levenden? - Weduwen en wezen mag je evenmin uitbuiten. Doe je dat toch en smeken zij Mij om hulp, dan zal Ik zeker naar hen luisteren: Ik zal in woede ontsteken en ieder van jullie doden, en dan zullen jullie eigen vrouwen weduwe worden en jullie kinderen wees.
- Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust,
van hem komt mijn redding. - Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen, niet om opnieuw de zonde op zich te nemen, maar om te redden wie Hem verwachten.
- Dan zal de HEER, uw God, u zeker zegenen, zoals Hij beloofd heeft. U zult aan veel volken leningen verstrekken, maar zelf hoeft u niet te lenen. U zult over veel volken macht uitoefenen, maar zij niet over u.
- Zoek rust, mijn ziel, bij God alleen,
van Hem blijf ik alles verwachten. - Hij die u roept is trouw en komt zijn belofte na.
- Maar Hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’
- Als jullie niet luisteren, en als jullie niet ter harte nemen dat je mijn naam in ere moet houden – zegt de HEER van de hemelse machten –, dan zal Ik jullie met mijn vloek treffen en vervloek Ik alles waarmee jullie gezegend zijn; Ik zal jullie zéker vervloeken, want jullie nemen het toch niet ter harte.
- Hij alleen is mijn rots en mijn redding,
mijn burcht, ik zal niet wankelen. - Hij alleen is mijn rots en mijn redding,
mijn burcht, nooit zal ik wankelen. - Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit.
- Toen wij nog hulpeloos waren is Christus immers voor ons, die op dat moment nog schuldig waren, gestorven.
- Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan zult u niet toegeven aan aardse begeerten.
- Zal Hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons dan met Hem ook niet alles schenken?
- Ik ben ervan overtuigd dat Hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voortzetten tot het voltooid is op de dag van Christus Jezus.
- Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen!
- Daarom bent U groot, HEER, mijn God. Het is zoals ons altijd is voorgehouden: zoals U is er geen, er bestaat geen andere god dan U.
- Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God.
- HEER, U bent mijn God.
Hoog zal ik U prijzen, uw naam loven.
Want wonderbaarlijk zijn uw daden,
sinds mensenheugenis hebt U uw plannen uitgevoerd,
trouw en betrouwbaar.