Bijbelteksten over 'Zingen'
- Voor de HEER wil ik zingen zolang ik leef,
een lied voor mijn God zolang ik besta. - U, HEER, zal ik loven onder de volken,
over U zingen voor alle naties. - Ik vertrouw op uw liefde:
mijn hart zal juichen omdat U redding brengt,
ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft naar mij omgezien. - Mijn lippen zullen juichen wanneer ik voor U zing,
ik zal jubelen omdat U mij hebt verlost. - Uw liefde is meer dan het leven,
mijn lippen zingen uw lof.
U wil ik prijzen, mijn leven lang,
roepend uw naam, de handen geheven. - Maar ik, ik zal uw sterkte roemen,
in de morgen uw trouw bezingen:
U bent voor mij altijd een burcht geweest,
een toevlucht in tijden van nood. - Ik wil vrolijk zijn, voor U juichen,
uw naam bezingen, Allerhoogste. - Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing voor God met heel uw hart psalmen, hymnen en liederen die de Geest u vol genade ingeeft.
- De HEER, je God, zal in je midden zijn,
Hij is de held die je bevrijdt.
Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou,
in zijn liefde zal Hij zwijgen,
in zijn vreugde zal Hij over je jubelen. - Bij U ben ik veilig, U behoedt mij in de nood
en omringt mij met gejuich van bevrijding. sela - Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen.
- Groot is de HEER, Hem komt alle lof toe,
zijn grootheid is niet te doorgronden. - Zing voor God, bezing zijn naam,
maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt.
HEER is zijn naam! Jubel als Hij verschijnt:
vader van wezen, beschermer van weduwen,
God in zijn heilig verblijf. - Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde,
’s nachts klinkt een lied in mij op,
een gebed tot de God van mijn leven. - Maar ik zal mijn stem in dank verheffen
en U offers brengen;
mijn geloften los ik in.
Het is de HEER die redt! - Omdat ik de arme redde die om hulp riep,
en de wees die in de steek gelaten was.
Ik werd gezegend door de stervende,
in het hart van de weduwe bracht ik de vreugde terug. - Op God, wiens woord ik prijs,
op God vertrouw ik, angst ken ik niet,
wat kan een sterveling mij aandoen? - Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’
- HEER, U bent mijn God.
Hoog zal ik U prijzen, uw naam loven.
Want wonderbaarlijk zijn uw daden,
sinds mensenheugenis hebt U uw plannen uitgevoerd,
trouw en betrouwbaar. - Ik vind grote vreugde in de HEER,
mijn hele wezen jubelt om mijn God.
Hij deed mij het kleed van de redding aan,
hulde mij in de mantel van de gerechtigheid,
zoals een bruidegom een kroon opzet,
zoals een bruid zich tooit met haar sieraden. - Zing een lied voor de HEER,
machtig zijn zijn daden.
Laat heel de aarde dit weten. - Laten de woorden van mijn mond U behagen,
de overpeinzingen van mijn hart U bekoren,
HEER, mijn rots, mijn bevrijder. - Toen mijn mond Hem aanriep,
lag een lofzang op mijn tong.