Die dieven wilden de schapen stelen, doden en opeten. Maar ik ben gekomen om de schapen naar buiten te brengen, naar plaatsen met veel gras. Dat betekent: ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered.
Stel dat je van tevoren weet wanneer er een dief komt. Dan blijf je wakker en zorg je ervoor dat die dief niet bij je kan inbreken. Maar jullie weten niet wanneer de Mensenzoon komt. Dus moeten jullie altijd klaarstaan. Onthoud dat goed!
Stel dat iemand zegt dat hij God liefheeft, maar intussen haat hij een andere gelovige. Dan is hij een leugenaar. Als je niet houdt van gelovigen die je om je heen ziet, dan kun je ook niet houden van God, die je niet ziet.
Johannes vertelde wat hij gezien had toen hij Jezus doopte. Hij zei: ‘Ik wist eerst niet wie hij was. Maar ik zag dat de heilige Geest uit de hemel naar Jezus toe kwam als een duif, en bij hem bleef. En God had tegen mij gezegd: ‘Jij zult zien dat de heilige Geest uit de hemel naar iemand toe komt, en bij hem blijft. Hij is degene die mensen zal dopen met de heilige Geest.’’
Alles wat een ander heeft, willen jullie ook hebben. Jullie zijn jaloers, zo jaloers dat je die ander wel zou willen doden. Dan zoeken jullie ruzie en strijd. Maar het levert niets op, jullie krijgen niets. Want als je iets wilt hebben, moet je God erom vragen, en dat doen jullie niet.
In het huis van mijn Vader is plaats voor veel mensen. Daar mag je op vertrouwen. Want ik heb gezegd dat ik wegga om voor jullie een plaats klaar te maken.
Als je geen liefde hebt voor anderen, beteken je niets. Zelfs al laat God je zijn boodschap bekendmaken en krijg je van hem al zijn geheime kennis. En zelfs al heb je zo’n groot geloof dat je bergen kunt verplaatsen.
Want wie in de Zoon gelooft, zal niet veroordeeld worden. Maar de mensen die niet in hem willen geloven, die zijn al veroordeeld. Zij zullen gestraft worden, omdat ze niet willen geloven in de enige Zoon van God.
En verkeerde dingen doen we allemaal. Alleen als je nooit iets verkeerds zegt, ben je volmaakt. Want als je de baas bent over je tong, waarmee je spreekt, dan ben je de baas over je hele lichaam.
Jezus deed wat God wilde. Ook Mozes deed wat God wilde, toen hij Gods volk hielp. Maar Jezus heeft van God wel meer eer gekregen dan Mozes. Zo gaat dat: niet iedereen krijgt evenveel eer. Denk bijvoorbeeld aan iemand die een huis bouwt. De bouwer krijgt meer eer dan het gebouw. Of denk aan God. Hij heeft alles gemaakt, en daarom krijgt hij de meeste eer.
Maar jullie zullen kracht krijgen van de heilige Geest. En daarna moeten jullie overal in Jeruzalem over mij vertellen. En in heel Judea en Samaria, en overal op aarde.
Iedereen wacht op het goede nieuws. Iedereen wacht op de snelle boodschapper die over de bergen komt. De mensen zijn blij als hij komt. Hij zegt dat er vrede komt, en dat God de mensen zal bevrijden. Hij roept naar de inwoners van Jeruzalem: ‘Jullie God is koning!’
Luister heel goed naar mijn woorden: Jullie worden door mij gestuurd. Dus als iemand jullie hartelijk ontvangt, dan ontvangt hij mij. En hij ontvangt niet alleen mij, maar ook God, die mij gestuurd heeft.
Als je door water heen moet, zal ik bij je zijn. Als je rivieren oversteekt, zul je niet verdrinken. Als je door vuur loopt, zul je niet verbranden. De vlammen zullen je geen pijn doen.
Want in de heilige boeken staat: «Houd je van het leven en wil je gelukkig zijn? Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. Doe geen kwaad, maar wees goed. Probeer om met anderen in vrede te leven, elke dag weer.»
Heer, u hebt mij beschermd en gered. U steunde mij met uw sterke handen. U was bij me, en dat gaf me kracht. U maakte voor mij de weg vrij, zo kon ik verdergaan.
Jeremia, vraag me wat er gaat gebeuren, dan zal ik je antwoord geven. Ik ga je belangrijke dingen vertellen. Dingen die voor mensen verborgen zijn, en die ook jij niet weet.