Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn. | Onthoud goed, lieve broeders en zusters, dat iedereen goed moet luisteren, maar niet te gauw iets moet zeggen. Word ook niet te snel boos. |
Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. | Maar Jezus zei: "Wat heerlijk is het als mensen Gods woorden horen en ze ook doen!" |
Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, Ik zal u grote en onbegrijpelijke dingen bekendmaken, die u niet weet. | Als je Mij om hulp roept, zal Ik je antwoorden. Ik zal je grote en geweldige dingen laten zien, waarvan je nu nog niets weet. |
En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf. | Lúister niet alleen naar het woord, maar dóe het ook. Als je alleen luistert en er niets mee doet, houd je jezelf voor de gek. |
En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. | We kunnen zonder vrees naar Hem toe gaan, vol vertrouwen dat Hij ons antwoordt als we Hem om iets bidden waar Hij het mee eens is. |
Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. | Dan zullen jullie Mij aanbidden. Jullie zullen naar Mij toe komen en tot Mij bidden. En Ik zal naar jullie luisteren. |
Ik heb de HEERE lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden. Want Hij neigt Zijn oor tot mij, daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen. | Ik houd van de Heer, want Hij luistert naar mij. Hij luistert als ik Hem om hulp roep. Hij luistert naar mij. Daarom zal ik mijn leven lang Hem altijd om hulp vragen. |
Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden, en wie op de HEERE vertrouwt: welzalig is hij. | Als je leeft zoals God het wil, zal het goed met je gaan. Het is heerlijk voor je als je op de Heer vertrouwt. |
Daarom, ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken met een verstandig man, die zijn huis op de rots gebouwd heeft. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Lúister niet alleen naar wat Ik zeg, maar dóe het ook. Dan lijk je op een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde." |
Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn. | Doe alles wat jullie van mij geleerd, gezien en gehoord hebben. Dan zal de God van de vrede bij jullie zijn. |
En als wij weten dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij het gevraagde, dat wij van Hem hebben gebeden, ontvangen. | En als we weten dat Hij al onze gebeden beantwoordt, weten we dat we krijgen waar we Hem om hebben gevraagd. |
Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij. | Let op: Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand naar Mij luistert en de deur opendoet, zal Ik bij hem binnen komen. Dan zullen we samen eten: hij met Mij en Ik met hem. |
Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God. | Dus je kan alleen gaan geloven als je eerst echt hebt gehoord wat er over Christus wordt verteld. |
In mijn nood riep ik de HEERE aan, ik riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis, mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. | Wanhopig riep ik de Heer om hulp. Ik riep tot mijn God. Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis. Mijn geroep klonk in zijn oren. |
Het pad ten leven is voor hem die vermaning in acht neemt, maar wie bestraffing achter zich laat, doet dwalen. | Als je naar goede raad luistert, ben je op de weg die naar het leven leidt. Maar als je iemand geen goede raad wil geven, ben je mede schuldig als het verkeerd met hem afloopt. |
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. | Mijn zoon, luister naar mijn woorden. Houd je oren open voor wat ik zeg. Vergeet mijn woorden nooit meer, maar bewaar ze diep in je hart. |
's Morgens hoort U mijn stem, HEERE; 's morgens leg ik mijn gebed voor U neer en zie ik naar U uit. | Heer, 's morgens hoort U mij al roepen. 's Morgens vertel ik U wat ik op mijn hart heb. Dan wacht ik op uw antwoord. |
Als u niet luistert en als u het niet ter harte neemt om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE van de legermachten, zal Ik de vloek onder u zenden en uw zegeningen vervloeken. Ja, Ik heb ze al vervloekt, want u neemt het niet ter harte. | Jullie willen niet naar Mij luisteren. Jullie willen geen ontzag voor Mij hebben. Daarom zal Ik jullie vervloeken, zegt de Heer van de hemelse legers. Ik zal jullie niet langer zegenen. Ik zal jullie vervloeken. Ja, Ik héb jullie al vervloekt. Want jullie willen Mij niet gehoorzamen. |
De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen, Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep. | De Heer zorgt voor de mensen die leven zoals Hij het wil. Hij luistert naar hen als ze Hem om hulp roepen. |
Achter de HEERE, uw God, moet u aan gaan, Hem moet u vrezen, Zijn geboden moet u in acht nemen en Zijn stem gehoorzamen; Hem moet u dienen en u aan Hem vasthouden. | Volg alleen jullie Heer God en heb diep ontzag voor Hem. Houd je aan zijn wetten. Gehoorzaam Hem, dien Hem en wees trouw aan Hem. |
En omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen lofzangen voor God. En de gevangenen luisterden naar hen. | Maar toen het ongeveer middernacht was, baden Paulus en Silas en zongen ze lofliederen om God te prijzen. De andere gevangenen luisterden naar hen. |
Hij dan Die u de Geest verleent en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof? | God heeft jullie zijn Geest gegeven en doet wonderen bij jullie. Doet Hij dat omdat jullie je zo goed aan de wet van Mozes houden? Of doet Hij dat omdat jullie geloven wat ik jullie heb verteld? |
Daarom, al wat u in het duister gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden en wat u in de binnenkamers in iemands oor gesproken hebt, zal op de daken gepredikt worden. | Daarom zal alles wat jullie in het donker hebben gezegd, in het licht worden gehoord. En alles wat jullie achter gesloten deuren in een oor hebben gefluisterd, zal van de daken worden geroepen. |
Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt. | Maar Jezus antwoordde: "In de Boeken staat: 'Je kan niet alleen van brood leven. Alles wat God zegt, heb je óók nodig om te leven.' " |
Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. | Jezus zei: "Als iemand verkeerd tegen je heeft gedaan, ga dan naar hem toe en praat met hem onder vier ogen. Als hij naar je luistert, heb je hem gered." |