- Zoals een hinde smacht
naar stromend water,
zo smacht mijn ziel
naar u, o God. - Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God,
wanneer mag ik nader komen
en voor God verschijnen? - De roep van vloed naar vloed,
de stem van uw waterstromen –
al uw golven slaan
zwaar over mij heen. - Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde,
’s nachts klinkt een lied in mij op,
een gebed tot de God van mijn leven. - Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik Hem weer loven,
mijn God, die mij ziet en redt.