Bijbelteksten over 'Ieder'
Die ieder vergelden zal naar zijn werken. | God zal alle mensen geven wat ze verdienen. |
Laat daarom ieder van ons zijn naaste behagen ten goede, tot opbouw. | Ieder van ons moet doen wat goed is voor de ander en wat de ander helpt. |
Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. | Want iedereen die niet in de Zoon gelooft, die hoort niet bij de Vader. Maar wie wel in de Zoon gelooft, die hoort wel bij de Vader. |
Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. | Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» |
Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. | En in de heilige boeken staat ook: «Iedereen die in hem gelooft, zal gered worden.» |
Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid. | Iedereen die zondigt, komt in opstand tegen God. Want zondigen is hetzelfde als tegen God in opstand komen. |
Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man. | In ieder geval moeten mannen dus net zo veel van hun vrouw houden als van zichzelf. En vrouwen moeten respect hebben voor hun man. |
En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. | Op die dag zal iedereen gered worden die mij om hulp vraagt. |
Ook de goedertierenheid is van U, Heere, want U zult eenieder vergelden naar zijn werk. | Steeds weer laat u uw liefde zien. U geeft aan ieder mens wat hij verdient. |
Maar geef aan ieder die iets van u vraagt, en eis niet terug van hem die neemt wat van u is. | Als iemand iets van je wil hebben, geef het hem dan. En als iemand iets van je pakt, vraag het dan niet terug. |
Want het einddoel van de wet is Christus, tot gerechtigheid voor ieder die gelooft. | Het doel van de wet was altijd al dat mensen gered zouden worden doordat ze geloven. Door Christus is dat doel bereikt. |
Laat niemand zijn eigen voordeel zoeken, maar ieder dat van de ander. | Jullie moeten niet alleen aan jezelf denken, maar ook aan anderen. |
Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden. | Niemand ziet hoe mensen van binnen zijn. Maar ik, de Heer, ken de mensen. Ik weet wat ze denken. Ik weet hoe slecht ze van binnen zijn, ik zie dat ze altijd het verkeerde willen. Ik beloon het goede en ik straf het kwade. Zo krijgt ieder mens wat hij verdient. |
Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. | Jullie weten hoe goed God voor mij geweest is. Luister daarom naar wat ik tegen jullie zeg. Denk niet van jezelf dat je geweldig bent. Nee, wees verstandig en bedenk goed dat er voor God maar één ding belangrijk is: dat je gelooft in Jezus Christus. |
Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn. | Vrienden, bedenk dit goed: Je moet altijd bereid zijn om naar een ander te luisteren. Maar denk eerst goed na voordat je iets terugzegt. En word vooral niet meteen kwaad. |
Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. | Lieve vrienden, wij moeten elkaar liefhebben. Want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft, is een kind van God en kent God. |
Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u. | Ik houd van jullie, en daarom straf ik jullie. Zo wil ik jullie leren goed te leven. Dus ga je best doen en verander je leven! |
Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde. | Toen zei Jezus tegen hen: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Iedereen die verkeerde dingen doet, is een slaaf van de zonde.’ |
En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn. | Jezus zegt: ‘Luister, ik kom snel! En ik zal aan iedereen geven wat hij verdient.’ |
Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, niet met tegenzin of uit dwang, want God heeft een blijmoedige gever lief. | Iedereen moet voor zichzelf besluiten hoeveel hij wil geven. Je moet van harte geven, en niet omdat het verplicht is. Want God houdt van mensen die met vreugde geven. |
Ieder woord van God is gelouterd, Hij is een schild voor hen die tot Hem de toevlucht nemen. | God, u beschermt iedereen die u om hulp vraagt. Alles wat u zegt, is waar. |
Van Hem getuigen al de profeten dat ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam. | Alle profeten van vroeger hebben over Jezus verteld. Zij zeiden dat je zonden vergeven worden als je in hem gelooft. |
God, Die Zijn Kind Jezus heeft doen opstaan, heeft Hem eerst naar u gezonden om u hierin te zegenen dat Hij ieder van u zou afbrengen van zijn slechte daden. | Die nakomeling is Jezus. God heeft hem als zijn dienaar uitgekozen. En hij heeft hem eerst naar jullie toe gestuurd. Jezus moest ervoor zorgen dat jullie ophielden met je slechte gedrag. Dan zouden jullie allemaal gelukkig worden. |
Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. | Jezus zei verder: ‘De Mensenzoon zal terugkomen met de macht van zijn Vader, samen met de engelen. Dan zal hij alle mensen geven wat ze verdienen.’ |
De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn. | Voor sommigen van jullie zijn bepaalde dagen heilig. Voor anderen zijn alle dagen gelijk. Houd vast aan de overtuiging die je hebt. |
Gerelateerde onderwerpen
Beloning
En alles wat u...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Naaste
En het tweede, hieraan...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Zonde
Of weet u niet...
Liefde
De liefde is geduldig...
Bijbeltekst van de dag
Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEERENen de kennis van de heiligen is inzicht.