DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Land'

  • Ik spreid mijn handen naar U uit,
    mijn ziel ligt voor U als een dorstig land. Sela
  • Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft.
  • Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE
    zou zien in het land van de levenden,
    ik was vergaan.
  • O God, U bent mijn God!
    U zoek ik vroeg in de morgen;
    mijn ziel dorst naar U,
    mijn lichaam verlangt naar U
    in een land, dor en dorstig, zonder water.
  • Want zij hebben het land niet door hun zwaard in bezit genomen
    en hún arm heeft hun geen verlossing gegeven,
    maar Uw rechterhand, Uw arm
    en het licht van Uw aangezicht, omdat U hun goedgezind was.
  • Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen.
  • Vertrouw op de HEERE en doe het goede;
    bewoon de aarde en voed u met trouw.
  • Een God Die eenzamen in een huisgezin plaatst,
    Die gevangenen uitleidt in voorspoed;
    maar de opstandigen wonen in een dor land.
  • Leer mij Uw welbehagen te doen,
    want U bent mijn God.
    Laat Uw goede Geest mij leiden
    in een geëffend land.
  • En u moet Zijn verordeningen en Zijn geboden, die ik u heden gebied, alle dagen in acht nemen, opdat het u en uw kinderen na u goed gaat en opdat u uw dagen verlengt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft, alle dagen.
  • Maar Ik ben de HEERE, uw God, sinds het land Egypte.
    Een God behalve Mij mag u daarom niet erkennen,
    en buiten Mij is er geen Heiland.
  • Als u in Mijn verordeningen wandelt en Mijn geboden in acht neemt en ze houdt,
    dan zal Ik u op zijn tijd regen geven, zodat het land zijn opbrengst zal geven en de bomen van het veld hun vruchten zullen geven.
  • En Mijn volk, waarover Mijn Naam is uitgeroepen, in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ík vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen.
  • Want ik gebied u heden de HEERE, uw God, lief te hebben, in Zijn wegen te gaan en Zijn geboden, Zijn verordeningen en Zijn bepalingen in acht te nemen. Dan zult u leven en talrijk worden, en zal de HEERE, uw God, u zegenen in het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen.
  • Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen!
  • Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land,
    die Zijn recht uitvoeren.
    Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid,
    misschien zult u dan verborgen worden
    op de dag van de toorn van de HEERE.
  • Als u echter uw wegen en uw daden werkelijk betert, als u werkelijk recht doet tussen iemand en zijn naaste, als u de vreemdeling, de wees en de weduwe niet onderdrukt, geen onschuldig bloed in deze plaats vergiet, en geen andere goden achternagaat, uzelf ten kwade, dan zal Ik u in deze plaats, in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, laten wonen, eeuw uit en eeuw in.
  • Want u zult in gedachten houden dat u slaaf geweest bent in het land Egypte en dat de HEERE, uw God, u vandaar uitgeleid heeft met sterke hand en uitgestrekte arm. Daarom heeft de HEERE, uw God, u geboden de dag van de sabbat te houden.
  • Net als hun weiden raakten zij verzadigd.
    Toen zij verzadigd waren, verhief hun hart zich.
    Daarom hebben zij Mij vergeten.
  • Totdat over ons uitgegoten wordt de Geest uit de hoogte.
    Dan zal de woestijn tot een vruchtbaar veld worden
    en het vruchtbare veld zal als een woud beschouwd worden.
  • Al vóór de bergen geboren waren
    en U de aarde en de wereld voortgebracht had,
    ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God.
  • Indien u uw voet van de sabbat terughoudt,
    ermee ophoudt om op Mijn heilige dag te doen wat u zelf wilt;
    indien u de sabbat een verlustiging noemt,
    opdat de HEERE geheiligd wordt
    – die geëerd moet worden –
    indien u die eert door niet uw eigen wegen te volgen,
    niet uw eigen wensen zoekt of daarover een woord spreekt,
    dan zult u vreugde scheppen in de HEERE,
    Ik zal u doen rijden op de hoogten van de aarde
    en Ik zal u voeden met het erfelijk bezit van uw vader Jakob,
    want de mond van de HEERE heeft gesproken.
  • En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en een deel achtergehouden hebt van de opbrengst van het stuk grond? Als het onverkocht gebleven was, bleef het dan niet van u, en toen het verkocht was, bleef de opbrengst dan niet tot uw beschikking? Waarom toch hebt u deze daad in uw hart voorgenomen? U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.
  • Welzalig het volk dat de HEERE tot zijn God heeft,
    het volk dat Hij Zich als eigendom verkozen heeft.
  • Ik zal hun en het gebied rond Mijn heuvel een zegen geven, en Ik zal de regen op zijn tijd doen neerdalen. Regens van zegen zullen er zijn.
  • Let op de raven: zij zaaien niet en maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer en geen schuur, en God voedt hen. Hoever gaat u de vogels te boven?
  • Laten wij ons dan beijveren om die rust binnen te gaan, opdat niemand door het volgen van dit voorbeeld van ongehoorzaamheid ten val zal komen.
  • En Jezus antwoordde: Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers verlaten heeft omwille van Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig, nu in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de wereld die komt, het eeuwige leven.
  • De HEERE bewaart de vreemdelingen,
    Hij houdt wees en weduwe staande,
    maar de weg van de goddelozen maakt Hij krom.
  • Is dit niet het vasten dat Ik verkies:
    dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt,
    dat u de banden van het juk ontbindt,
    dat u de onderdrukten vrij laat heengaan
    en dat u elk juk breekt?
  • Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?
  • Waar kan ik Uw Geest ontgaan,
    waar Uw aangezicht ontvluchten?
    Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar;
    of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar.
  • En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!
  • Ik zal het huis van Juda versterken,
    en het huis van Jozef zal Ik verlossen.
    Ik zal hen terugbrengen, want Ik heb Mij over hen ontfermd.
    Zij zullen zijn alsof Ik hen niet verstoten had.
    Ik ben immers de HEERE, hun God:
    Ik zal hen verhoren!
  • Breng al de tienden naar het voorraadhuis,
    zodat er voedsel in Mijn huis is.
    Beproef Mij toch hierin,
    zegt de HEERE van de legermachten,
    of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen,
    en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn.
  • Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn.
  • Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word.
  • En scheur uw hart
    en niet uw kleren.
    Bekeer u tot de HEERE, uw God,
    want Hij is genadig en barmhartig,
    geduldig en rijk aan goedertierenheid,
    en Hij heeft berouw over het kwaad.
  • En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken.
  • Toen nu Jezus geboren was in Bethlehem, in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het oosten kwamen in Jeruzalem aan, en zeiden: Waar is de Koning van de Joden die geboren is? Want wij hebben Zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.