Maar (3/4)

Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop, maar een wijze… Spreuken 29:11

Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop,
maar een wijze houdt die in toom.
Spreuken 29:11 boosheid wijsheid zelfbeheersing
Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer,
maar een goed woord verblijdt het.
Spreuken 12:25 spreken piekeren hart
U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen.
Jakobus 2:19 geloof duivel God
Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 6:14 zonde genade wet
Maar ik, met dankzegging zal ik U offers brengen;
wat ik beloofd heb, zal ik nakomen.
Het heil is van de HEERE!
Jona 2:9 redding dankbaarheid offer
En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.
1 Johannes 2:17 eeuwig leven gehoorzaamheid begeerte
Maar veel eersten zullen de laatsten zijn, en veel laatsten de eersten.
Matteüs 19:30 beloning
In het hart van de mens zijn veel plannen,
maar de raad van de HEERE, die houdt stand.
Spreuken 19:21 planning begrijpen afhankelijkheid
Al zijn wegen zijn iemand recht in zijn eigen ogen,
maar de HEERE toetst de harten.
Spreuken 21:2 rechtvaardigheid veroordeling begrijpen
Wie vermaning liefheeft, heeft kennis lief,
maar wie bestraffing haat, is onverstandig.
Spreuken 12:1 begrijpen leren luisteren
De goddeloze leent en betaalt niet terug,
maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft.
Psalm 37:21 schulden geld rechtvaardigheid
Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.
Hebreeën 4:15 zonde verleiding medeleven
Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen.
Efeziërs 2:13 Jezus nabijheid bloed
Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.
Marcus 16:16 geloof redding dopen
Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht.
Efeziërs 5:8 licht kinderen leven
Vóór de ondergang verheft zich het mensenhart,
maar nederigheid gaat vóór de eer.
Spreuken 18:12 nederigheid trots
Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.
2 Timoteüs 1:7 liefde zelfbeheersing kracht
Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt?
Jakobus 4:12 wet veroordeling redding
Mijn lieve kinderen, laten wij niet liefhebben met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.
1 Johannes 3:18 eerlijkheid waarheid spreken
Let op uzelf, opdat wij niet verliezen waarvoor wij gewerkt hebben, maar een vol loon mogen ontvangen.
2 Johannes 1:8 beloning zelfbeheersing werken
Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding.
Romeinen 8:25 vertrouwen hoop geduld
Wanneer de HEERE, uw God, u gezegend heeft, zoals Hij tot u gesproken heeft, dan zult u aan vele volken leningen verstrekken, maar zelf zult u niets hoeven te lenen; en u zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen.
Deuteronomium 15:6 geld schulden zegen
De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend,
maar wie schrander is, bedekt schande.
Spreuken 12:16 boosheid zelfbeheersing wijsheid
Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u groot wil worden, die moet uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, die moet uw dienaar zijn.
Matteüs 20:26-27 nederigheid dienen naaste
Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden,
maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan.
Spreuken 13:20 wijsheid straf