DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Stel'

  • Hij antwoordde: ‘Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen.’
  • Bij U schuil ik, U bent mijn schild,
    in uw woord stel ik mijn hoop.
  • Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar juist in dienst van God, als levenden die uit de dood zijn opgewekt. Stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid.
  • Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.
  • Laat mij in de morgen uw liefde horen,
    in U stel ik mijn vertrouwen,
    wijs mij de weg die ik gaan moet,
    mijn ziel verlangt naar U.
  • Onderzoek bij uzélf of het geloof uw leven bepaalt, stel uzelf op de proef. U weet toch van uzelf dat Jezus Christus in u is? Als dat niet zo is, dan hebt u de proef niet doorstaan.
  • Steeds houd ik de HEER voor ogen,
    met Hem aan mijn zijde wankel ik niet.
  • Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een samenkomst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel Mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die Ik hun heb toebedeeld.’
  • Ik heb de betrouwbare weg gekozen,
    met uw voorschriften voor ogen.
  • Als een slecht mens zich afkeert van de zonden die hij heeft begaan, zich houdt aan al mijn bepalingen en handelt naar recht en gerechtigheid, zal hij zeker in leven blijven en niet sterven.
  • Stel Mij maar eens op de proef – zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of Ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op je land laat neerdalen.
  • Bij u, HEER, schuil ik,
    maak mij nooit te schande.
    Bevrijd mij en doe mij recht.
  • Ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen Mij en de aarde.
  • Ze antwoordden: ‘Geloof in de Heer Jezus en u zult gered worden, u en uw huisgenoten.’
  • Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.
  • Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven?
  • Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw?
  • Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven? Wat kan hij geven in ruil voor zijn leven?
  • Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar Hij eerst was?
  • Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal.
  • Wanneer je God toch een gelofte doet, los die dan ook spoedig in. God is niet gesteld op dwazen. Los dus je geloften in.
  • En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo.
  • Broeders en zusters, wanneer u merkt dat een van u een misstap heeft begaan moet u, die door de Geest geleid wordt, hem zachtmoedig weer op het rechte pad brengen. Pas op dat u ook zelf niet tot misstappen wordt verleid.
  • Wie dus ook maar het minste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de minste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan.
  • Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.
  • Wie zonder het te weten zondigt tegen een van de geboden van de HEER en schuld op zich laadt door iets te doen dat niet toegestaan is, is strafbaar.
  • Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die genoeg heeft om van te bestaan maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?
  • Wie meent dat hij godsdienstig is, terwijl hij zijn tong niet kan beteugelen, zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite.
  • En breng ons niet in beproeving,
    maar red ons van het kwaad.
    Want aan U behoort het koningschap,
    de macht en de majesteit,
    in eeuwigheid. Amen.
  • U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen.
  • Als je broeder of zuster tegen je zondigt, moet je die persoon onder vier ogen daarop aanspreken. Als hij luistert, heb je hem teruggewonnen.
  • Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.
  • Als je rechteroog je ten val brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt.
  • Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals Hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht.
  • Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.
  • Als een man pas een vrouw heeft getrouwd, hoeft hij niet onder de wapenen te gaan of aan andere verplichtingen te voldoen. Hij is een jaar lang vrijgesteld en mag thuisblijven om zijn vrouw gelukkig te maken.
  • Ik verwerp Gods genade niet; als we door de wet rechtvaardig zouden kunnen worden, zou Christus voor niets gestorven zijn.
  • Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.
  • Maar wie niet weet wat zijn heer wil en zo handelt dat hij slaag verdient, zal weinig slagen te verduren krijgen. Van iedereen aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist, en hoe meer aan iemand is toevertrouwd, des te meer zal van hem worden gevraagd.
  • Indien een van je broeders of zusters zondigt, spreek die dan ernstig toe; en als ze berouw hebben, vergeef hun. En als ze zevenmaal op een dag tegen je zondigen en zevenmaal naar je terugkeren en zeggen: “Ik heb berouw,” dan moet je hun vergeven.
  • Misschien vraagt u zich af: Hoe weten we dat een profetie niet van de HEER komt? Dit is het antwoord: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die zich dat aanmatigt.