Bijbelteksten over 'Ander'
- Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld.
- Zoals men ijzer met ijzer scherpt,
zo scherpt de ene mens de ander. - Want, indien zij vallen, dan richt de een de ander weer op; maar wee de éne, die valt zonder dat een metgezel hem opricht!
- Zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang.
- Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze, bestaat niet.
- Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo.
- Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen.
- Weet daarom heden en neem het ter harte, dat de Here de enige God is in de hemel daar boven en op de aarde hier beneden, er is geen ander.
- Ook zag ik, dat al het zwoegen, alsook alle bekwaamheid in het werk, louter naijver is van de een op de ander; ook dit is ijdelheid en najagen van wind.
- Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.
- Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon.
- Niemand zoeke het zijne, maar wat des anderen is.
- Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here.
- Ieder onzer trachte zijn naaste te behagen, ten goede, tot opbouwing.
- Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd.
- En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken.
- Ziet toe, dat niemand kwaad met kwaad vergelde, maar jaagt te allen tijde het goede na, jegens elkander en jegens allen.
- Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.
- Vermaant daarom elkander en bouwt elkander op, gelijk gij dit ook doet.
- Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op.
- Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld.
- Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt?
- En wanneer gij staat te bidden, vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemelen uw overtredingen vergeve.
- Wie zijt gij, dat gij eens anders knecht oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Maar hij zal staande blijven, want de Here is bij machte hem vast te doen staan.
- De liefde is lankmoedig,
de liefde is goedertieren,
zij is niet afgunstig,
de liefde praalt niet,
zij is niet opgeblazen,
zij kwetst niemands gevoel,
zij zoekt zichzelf niet,
zij wordt niet verbitterd,
zij rekent het kwade niet toe.
Gerelateerde onderwerpen
Naaste
Het tweede is dit...
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Wet
Wat ik u heden...
Egoisme
Zonder zelfzucht of ijdel...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Veroordeling
Daarom zijt gij, o...
