Bijbelteksten over 'Beloning'
- Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun zwoegen.
- Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer.
- Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
- Het loon van ootmoed – vreze des Heren –
is rijkdom, eer en leven. - Die een ieder vergelden zal naar zijn werken.
- Wanneer gij dan aalmoezen geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars doen in de synagogen en op de straten, om door de mensen geroemd te worden. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.
- Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here.
- Maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.
- Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen.
- Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.
- Dat liefde en trouw u niet verlaten!
Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart,
dan zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven
in de ogen van God en mensen. - Iemands geschenk maakt ruimte voor hem
en brengt hem in de tegenwoordigheid der groten. - Want indien gij goed doet aan wie u goed doen, wat hebt gij vóór? Ook de zondaars doen dat.
- Maar, gelijk geschreven staat:
Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord
en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. - De goddeloze maakt winst die niet gedijt,
maar wie gerechtigheid zaait, heeft blijvend gewin. - Heel de weg, die de Here, uw God, u geboden heeft, zult gij gaan, opdat gij leeft en het u wèl ga en gij lang woont in het land, dat gij in bezit zult nemen.
- Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.
- Let op uzelf, dat gij niet verliest wat wij verricht hebben, maar uw loon ten volle ontvangt.
- Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.
- Maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
- En dan zult gij daar de Here, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
- Maar vele eersten zullen de laatsten zijn, en vele laatsten de eersten.
- Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is.
- Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.
- Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
- Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
- Vernedert u dan onder de machtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te zijner tijd.
- Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen.
- Zoekt het goede en niet het kwade, opdat gij leeft en aldus de Here, de God der heerscharen, met u zij, gelijk gij zegt.
- Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? Ik, de Here, doorgrond het hart en toets de nieren, en dat, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner daden.
- Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad.
- Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden.
- Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid.
- En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke.
- Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn.
- En wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de huichelaars, een somber gelaat; want zij maken hun aangezicht ontoonbaar, om zich aan de mensen te vertonen, wanneer zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.
- Als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend.
- Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen. Want zó zal u rijkelijk worden verleend de toegang tot het eeuwige Koninkrijk van onze Here en Heiland, Jezus Christus.
- De hand der vlijtigen zal heersen,
maar traagheid voert tot dienstbaarheid. - Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.
- Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
- Welzalig het volk, welks God de Here is,
de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. - Door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst.
- Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet.
- Ook de goedertierenheid, o Here, is uwe,
want Gij zult ieder vergelden naar zijn werk. - Door het geloof heeft ook Sara kracht ontvangen om moeder te worden, en dat ondanks haar hoge leeftijd, daar zij Hem, die het beloofd had, betrouwbaar achtte.
- Jezus zeide tot hem: Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij.
- Maar laat, als gij aalmoezen geeft, uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, opdat uw aalmoes in het verborgene zij, en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
- Maar gij, zalf uw hoofd, als gij vast, en was uw gelaat, om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
- Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten en wanneer zij u uitstoten,
en smaden en uw naam als slecht verwerpen ter wille van de Zoon des mensen.
Gerelateerde onderwerpen
Beloning
Wat gij ook doet...
Werken
Wat gij ook doet...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Ontvangen
Daarom zeg Ik u...
Geven
En ieder doe, naardat...
Leven
De HERE zal u...