- Zeker, mijn ziel is stil voor God;
van Hem is mijn heil. - Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE, uw God, is met u, overal waar u heen gaat.
- Genees mij, HEERE, en ik zal genezen worden,
verlos mij, en ik zal verlost worden,
want U bent mijn lofzang. - Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn,
ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen;
Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen,
Ík zal dragen en redden. - Want één dag in Uw voorhoven
is beter dan duizend elders;
ik verkoos liever te staan op de drempel van het huis van mijn God
dan lang te wonen in de tenten van de goddeloosheid. - Wie vermaning liefheeft, heeft kennis lief,
maar wie bestraffing haat, is onverstandig. - Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil,
mijn veilige vesting; ik zal niet al te zeer wankelen. - Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil,
mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen. - HEERE, U doorgrondt en kent mij.
Ú kent mijn zitten en mijn opstaan,
U begrijpt van verre mijn gedachten. - Maar Ik zeg u de waarheid: Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden.
- Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder,
maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. - Al belegerde mij een leger,
mijn hart zou niet vrezen;
al brak er een oorlog tegen mij uit,
toch vertrouw ik hierop. - Ik zal wandelen op ruime baan,
omdat ik Uw bevelen gezocht heb. - Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
mijn God, op Wie ik vertrouw! - Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart,
dan is God de rots van mijn hart
en voor eeuwig mijn deel. - Als bedroefden, maar toch steeds blij; als armen, maar die toch velen rijk maken; als mensen die niets hebben en toch alles bezitten.
- Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem.
- Want wie is God, behalve de HEERE?
Wie is een rots dan alleen onze God? - Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb.
- Want wie is God, behalve de HEERE?
Wie is een rots dan alleen onze God? - Hij zei:
Ik heb U hartelijk lief, HEERE, mijn sterkte.
De HEERE is mijn rots en mijn burcht en mijn Bevrijder,
mijn God, mijn rots, tot Wie ik de toevlucht neem,
mijn schild en de hoorn van mijn heil, mijn veilige vesting. - Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst.
- Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.
- Ik echter zal van Uw macht zingen
en 's morgens vrolijk zingen van Uw goedertierenheid.
Want U bent voor mij een veilige vesting geweest,
een toevlucht in de dagen dat angst mij benauwde. - En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard.
Gerelateerde onderwerpen
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...
Bescherming
Bekleed u met de...
Kracht
Wees niet bevreesd, want...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Redding
En de zaligheid is...
Veiligheid
Maar de Heere is...
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader,maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander.