Bijbelteksten over 'Bezit'
- Het bezit van de rijke is zijn sterke stad,
en als een hoge muur – in zijn verbeelding. - Hij zeide tot hen: Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want ook als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit.
- Het begin der wijsheid is: verwerf wijsheid
en verwerf inzicht bij al wat gij bezit. - Heel de weg, die de Here, uw God, u geboden heeft, zult gij gaan, opdat gij leeft en het u wèl ga en gij lang woont in het land, dat gij in bezit zult nemen.
- Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen,
want zij zijn de blijdschap mijns harten. - En de Here zeide tot de satan: Zie, al wat hij bezit, zij in uw macht; alleen tegen hemzelf zult gij uw hand niet uitstrekken. Toen ging de satan van des Heren aangezicht heen.
- Vereer de Here met uw rijkdom
en met de eerstelingen van al uw inkomsten. - Jezus zeide tot hem: Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij.
- Doordat ik u heden gebied de Here, uw God, lief te hebben door in zijn wegen te wandelen en zijn geboden, inzettingen en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de Here, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen.
- Huis en have is een erfdeel der vaderen,
maar een verstandige vrouw is van de Here. - Een vermogen, uit niets verkregen, slinkt weg;
maar wie met eigen hand vergadert, wordt rijk. - Zoals hij uit de schoot zijner moeder gekomen is, zo gaat hij weer heen, naakt zoals hij gekomen is, en hij verkrijgt niets door zijn zwoegen, dat hij aan deze zou kunnen nalaten.
- In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij
als over allerlei rijkdom. - Mijn ziel zegt: Mijn deel is de Here,
daarom zal ik op Hem hopen. - De begerigheid begeert de ganse dag,
maar de rechtvaardige geeft en houdt niet terug. - Beter is een weinig in de vreze des Heren,
dan een grote schat en onrust daarbij. - Rijkdom baat niet ten dage des toorns,
maar gerechtigheid redt van de dood. - Ook ieder mens, aan wie God rijkdom en schatten geeft, en die Hij in staat stelt daarvan te eten en zijn deel te krijgen en zich bij zijn zwoegen te verheugen – dat is een gave Gods.
- Nu dan, indien gij aandachtig naar Mij luistert en mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom zijn, want de ganse aarde behoort Mij.
- Vraagt iemand iets van u, geef het hem; neemt iemand het uwe, vraag het niet terug.
- Beter een weinig met gerechtigheid,
dan grote inkomsten met onrecht. - Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden?
- Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven?
- Als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend.
- Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.
Gerelateerde onderwerpen
Materialisme
Want wij hebben niets...
Geld
Laat uw wijze van...
Hebzucht
Wie geld liefheeft, wordt...
Wet
Wat ik u heden...
Vreugde
Verblijdt u te allen...
Geven
En ieder doe, naardat...