Bijbelteksten over 'Er'
- God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht.
- Geen is er heilig als de HEER,
er is geen andere god dan U,
geen rots is er als onze God. - Voor alles wat gebeurt is er een uur,
een tijd voor alles wat er is onder de hemel. - Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan.
- Daarom bent U groot, HEER, mijn God. Het is zoals ons altijd is voorgehouden: zoals U is er geen, er bestaat geen andere god dan U.
- Want zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens.
- Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.
- Daarom zeg Ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan.
- Volgens de wet wordt inderdaad vrijwel alles met bloed gereinigd, want als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats.
- Wees u er daarom van bewust en laat goed tot u doordringen dat alleen de HEER God is, boven in de hemel en hierbeneden op de aarde; een ander is er niet.
- Wat nu het eten van offervlees betreft: wij weten dat alle afgoden in de hele wereld niets voorstellen en dat er maar één God is.
- Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt.
- Genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.”
- Zo, zeg Ik u, heerst er ook vreugde onder de engelen van God over één zondaar die tot inkeer komt.
- Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’
- Maar bemiddeling is niet nodig wanneer er maar één is die handelt, en God is één.
- Er is geen mens op aarde die nooit zondigt, die alleen maar goed is en altijd rechtvaardig.
- Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden.
- De standvastige is veilig bij U,
vrede is er voor wie op U vertrouwt. - Als uw woorden opengaan, is er licht
en inzicht voor de eenvoudigen. - Maar Ik, de HEER, ben je God al sinds Egypte, en met andere goden mag je je niet inlaten; buiten Mij is er niemand die je redt.
- Vertrouw op de HEER en doe het goede,
bewoon het land en leef er veilig. - Hij antwoordde: ‘Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen.’
- Als iemand weet hoe het hoort maar er niet naar handelt, dan zondigt hij.
- Iedereen moet de autoriteit van het bevoegd gezag erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld.
- Want er staat geschreven: ‘Zo waar Ik leef – zegt de Heer –, voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’
- Voeg niets toe aan wat ik u voorschrijf en doe er niets van af. Houd u aan de geboden die ik u geef; het zijn de geboden van de HEER, uw God.
- En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.
- De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat de luister van Gods kinderen openbaar wordt.
- Al zal de vijgenboom niet bloeien,
al zal de wijnstok niets voortbrengen,
al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen,
al zal er geen koren op de akkers staan,
al zal er geen schaap meer in de kooien zijn
en geen rund meer binnen de omheining –
toch zal ik juichen voor de HEER,
jubelen voor de God die mij redt. - Ik ben de HEER, de God van al wat leeft. Is er ook maar iets dat voor Mij onmogelijk is?
- Er wacht het volk van God dus nog steeds een sabbatsrust. Want wie Gods rust is binnengegaan, vindt rust na zijn werk zoals God na het zijne.
- Er is maar één wetgever en rechter: Hij die bij machte is te redden of in het verderf te storten. Maar wie bent u om uw naaste te veroordelen?
- Al trok een leger tegen mij op,
mijn hart zou onbevreesd zijn,
al woedde er een oorlog tegen mij,
nog zou ik mij veilig weten. - Smakelijk voedsel at ik niet, vlees en wijn kwamen niet in mijn mond, en ik wreef mij niet in met olie tot er drie weken verstreken waren.
- Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde.
- Leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals Hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’
- Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”’
- Wij weten: er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven.
- Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer buiten jullie Vader om. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen.
- Dit is wat wij Hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis.
- Let er dus op, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt van de levende God.
- Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan Mij om wraak te nemen, Ik zal vergelden.’
- Verheug je er echter niet over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is.
- Daar zal een gebaande weg lopen,
die Heilige weg wordt genoemd,
geen onreine zal die betreden.
Hij is alleen voor het volk
dat over de weg gaat.
Dwazen dwalen er niet rond. - Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen.
- Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
- Ik sluit met jullie dit verbond: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen.
- Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
- Leer een kind van jongs af aan de juiste weg,
en het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is.