Bijbelteksten over 'Heil'
- Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God,
van Hem is mijn heil. - Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,
mijn burcht, ik zal niet wankelen. - Op God rust mijn heil en mijn eer,
mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God. - Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil,
mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen. - Want de Here heeft een welbehagen in zijn volk,
Hij kroont de ootmoedigen met heil. - Geprezen zij de Here.
Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. sela - De Here is mijn licht en mijn heil,
voor wie zou ik vrezen?
De Here is mijns levens veste,
voor wie zou ik vervaard zijn? - Help ons, o God van ons heil,
om de heerlijkheid van uw naam;
red ons en doe verzoening over onze zonden
om uws naams wil. - Och Here, geef toch heil,
och Here, geef toch voorspoed!
Gezegend hij, die komt in de naam des Heren;
wij zegenen u uit het huis des Heren. - En toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden.
- Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood.
- Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.
- Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven;
ik zal in het huis des Heren verblijven
tot in lengte van dagen. - Want zo heeft ons de Here geboden:
Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij tot heil zoudt zijn tot aan het uiterste der aarde. - Zo zal ook Christus, nadat Hij Zich éénmaal geofferd heeft om veler zonden op Zich te nemen, ten tweeden male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten.
- De verlossing is van de Here,
uw zegen zij over uw volk. sela - Al zou de vijgeboom niet bloeien,
en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn,
de vrucht van de olijfboom teleurstellen;
al zouden de akkers geen spijs opleveren,
de schapen uit de kooi verdreven zijn
en er geen runderen in de stallingen zijn,
nochtans zal ik juichen in de Here,
jubelen in de God van mijn heil. - Leid mij in uw waarheid en leer mij,
want Gij zijt de God mijns heils,
U verwacht ik de ganse dag. - Maar ik zal uitzien naar de Here, ik zal wachten op de God mijns heils; mijn God zal mij horen.
- Maar ik, met lofzegging wil ik aan U offeren; wat ik beloofd heb, wil ik betalen; de redding is des Heren.
- Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid,
over uw verlossing juicht mijn hart.
Ik wil de Here zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan. - Ook gaaft Gij mij het schild uws heils,
en uw rechterhand ondersteunde mij,
uw nederbuigende goedheid maakte mij groot.
Gij hebt mij ruimte gegeven voor mijn schreden,
en mijn enkels wankelden niet. - Hij zeide:
Ik heb U hartelijk lief, Here, mijn sterkte,
o Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder,
mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil,
mijn schild, hoorn mijns heils, mijn burcht. - Ik verblijd mij zeer in de Here, mijn ziel juicht in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, met de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld, gelijk een bruidegom, die zich als een priester het hoofdsieraad ombindt, en gelijk een bruid, die zich met haar versierselen tooit.
Gerelateerde onderwerpen
Redding
En de behoudenis is...
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Vertrouwen
Vertrouw op de HERE...
Bescherming
Doet de wapenrusting Gods...
Vreugde
Verblijdt u te allen...
Zegen
De HERE zegene u...