Bijbelteksten over 'Zou'
- God is geen mens, dat Hij zijn woord zou breken
of terug zou komen op zijn besluit.
Zou Hij beloven en niet vervullen,
zijn woord geven en het niet gestand doen? - De HEER is mijn licht, mijn behoud,
wie zou ik vrezen?
Bij de HEER is mijn leven veilig,
voor wie zou ik bang zijn? - Probeer ik nu mensen te overtuigen of God? Probeer ik soms mensen te behagen? Als ik dat nog altijd zou doen, zou ik geen dienaar van Christus zijn.
- Omdat God mij echter tot op de dag van vandaag bijstaat, blijf ik mijn getuigenis zonder onderscheid aan iedereen bekendmaken, en daarbij zeg ik niets anders dan wat volgens de profeten en Mozes moest gebeuren, namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat Hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de andere volken het licht te verkondigen.
- Al trok een leger tegen mij op,
mijn hart zou onbevreesd zijn,
al woedde er een oorlog tegen mij,
nog zou ik mij veilig weten. - Als iemand zich verbergt,
zou Ik hem dan niet zien? – spreekt de HEER.
Ben Ik niet overal,
in de hemel en op aarde? – spreekt de HEER. - Maar Hij kent de wegen die ik kies;
als Hij me toetste, zou ik puur als goud zijn.
Ik ben in zijn spoor getreden,
zonder af te buigen volgde ik zijn weg. - Maar zou een vrouw haar zuigeling vergeten,
zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg?
Zelfs al zou zij het vergeten,
Ik vergeet jou nooit.
Ik heb je in mijn handpalmen gegrift,
je muren staan Mij steeds voor ogen. - Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar. - Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te komen en ontzag voor Hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou Hij ons leven sparen, zoals Hij tot nu toe heeft gedaan.
- Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om Mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan.
- In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken?
- Overigens, wie zou u kwaad doen als u zich volledig inzet voor het goede?
- Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur.
- Moeten we nu vaststellen dat de wet hetzelfde is als de zonde? Absoluut niet. Ik ben me echter pas door de wet bewust geworden van de zonde. Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: ‘Zet uw zinnen niet op wat van een ander is.’
- Ik verwerp Gods genade niet; als we door de wet rechtvaardig zouden kunnen worden, zou Christus voor niets gestorven zijn.
- Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat.
- Ik ben de HEER, de God van al wat leeft. Is er ook maar iets dat voor Mij onmogelijk is?
- Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.
- Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal.
- Toen zei de HEER God: ‘Nu is de mens aan Ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil Ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven.’ Daarom stuurde Hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde waaruit hij was genomen te gaan bewerken.
- Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.
- Je weet toch dat Ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen of Hij stelt Mij onmiddellijk meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking.
- Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.
- Op God, wiens woord ik prijs,
op God vertrouw ik, angst ken ik niet,
wat kan een sterveling mij aandoen?