Bijbelteksten over 'Kunt'

«»

• Jezus zeide tot hem: Als Gij kunt! Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.
  Marcus 9:23geloofwonderengenezing
• Het einde aller dingen is nabijgekomen. Komt dus tot bezinning en wordt nuchter, opdat gij kunt bidden.
  1 Petrus 4:7wederkomstrustbidden
• Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
  Johannes 15:5beloningJezusafhankelijkheid
• Niemand kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon.
  Matteüs 6:24dienengeldschulden
• Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt.
  Jakobus 4:2zondebegeertebidden
• Twee zijn beter dan één, omdat zij een goede beloning hebben bij hun zwoegen.
  Prediker 4:9vriendschaprelatieswerken
• Onthoud het goed niet aan wie het toekomt,
  terwijl het in uw macht is het te doen.
  Spreuken 3:27eerlijkheidgevenschulden
• Het aantrekkelijke van de mens is zijn welwillendheid;
  beter is een arme dan een leugenachtig man.
  Spreuken 19:22betrouwbaarheidgeldgoedheid
• Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.
  Efeziërs 6:13beschermingkwaadduivel
• En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn.
  2 Korintiërs 9:8zegenpiekerengoedheid
• Een lankmoedig mens overtreft een held,
  wie zijn geest beheerst, hem die een stad inneemt.
  Spreuken 16:32vredegeduldzelfbeheersing
• Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan (ook) God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben.
  1 Johannes 4:20liefdeGodfamilie
• Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels.
  Efeziërs 6:11toerustingkwaadbescherming
• Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst.
  Galaten 5:17gehoorzaamheidGeest
• Beter een weinig met gerechtigheid,
  dan grote inkomsten met onrecht.
  Spreuken 16:8rechtvaardigheidgeldtevredenheid
• De vreze des Heren is het begin der wijsheid
  en het kennen van de Hoogheilige is verstand.
  Spreuken 9:10ontzagwijsheidheiligheid
• Onze God is in de hemel,
  Hij doet al wat Hem behaagt.
  Psalm 115:3Godhemelafhankelijkheid
• Het is beter bij de Here te schuilen
  dan op mensen te vertrouwen.
  Psalm 118:8vertrouwenveiligheidbescherming
• Het begin der wijsheid is: verwerf wijsheid
  en verwerf inzicht bij al wat gij bezit.
  Spreuken 4:7wijsheidbegrijpen
• Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij.
  1 Korintiërs 3:9dienenkerkevangelisatie
• Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.
  Galaten 6:7Godrechtvaardigheidoogst
• En wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig.
  Matteüs 10:38lijdenJezusvolgen
• Indien dan uw rechteroog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit en werp het van u, want het is beter voor u, dat één uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.
  Matteüs 5:29zondebegeertehel
• Beter is een weinig in de vreze des Heren,
  dan een grote schat en onrust daarbij.
  Spreuken 15:16geldontzagmaterialisme
• Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.
  1 Korintiërs 7:5huwelijkduivelzelfbeheersing