Verhef u boven de hemelen, God, laat uw glorie heel de aarde vervullen. | Verhef U boven de hemelen, o God, uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. |
Wie buiten U heb ik in de hemel? Naast U wens ik geen ander op aarde. | Wie heb ik (nevens U) in de hemel? Nevens U begeer ik niets op aarde. |
In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest. | In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. |
Verhef u boven de hemelen, God, laat uw glorie heel de aarde vervullen. | Verhef U boven de hemelen, o God; uw heerlijkheid zij over de ganse aarde. |
Moge God ons zegenen opdat de einden der aarde ontzag hebben voor Hem. | God zegent ons, opdat alle einden der aarde Hem vrezen. |
Onze hulp is in de naam van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft. | Onze hulp is in de naam des Heren, die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen. | Des Heren is de aarde en haar volheid, de wereld en die daarop wonen. |
Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit. | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. |
Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. | Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. |
Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft. | Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens. |
Hij heeft recht en gerechtigheid lief, van de trouw van de HEER is de aarde vervuld. | Hij heeft gerechtigheid en recht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid des Heren. |
Staak de strijd, en erken dat Ik God ben, verheven boven de volken, verheven boven de aarde. | Laat af en weet, dat Ik God ben; Ik ben verheven onder de volken, verheven op de aarde. |
Hij die in de hemel zijn verheven verblijf heeft gebouwd, Hij die het hemelgewelf op de aarde laat rusten, Hij die het water van de zee bijeenroept en het uitstort over de aarde – zijn naam is HEER. | Die in de hemel zijn opperzalen heeft gebouwd en zijn gewelf op aarde heeft gegrondvest, die het water der zee heeft opgeroepen en uitgegoten over de oppervlakte der aarde – Here is zijn naam. |
Ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen Mij en de aarde. | Mijn boog stel Ik in de wolken, opdat die tot een teken zij van het verbond tussen Mij en de aarde. |
Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’ | En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden. |
Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven; alles wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en alles wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn. | Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen. |
Zing een lied voor de HEER, machtig zijn zijn daden. Laat heel de aarde dit weten. | Psalmzingt de Here, want Hij heeft grootse dingen gedaan; dit worde bekendgemaakt op de ganse aarde. |
Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ | En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. |
Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde. | Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn. |
En de HEER zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de HEER de enige God zijn en zijn naam de enige naam. | En de Here zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige. |
Denk niet dat Ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. | Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. |
Nog voor de bergen waren geboren, voor U aarde en land had gebaard – U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid. | Eer de bergen geboren waren, en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. |
Toornig ziet de HEER wie kwaad doen aan, Hij wist hun namen op aarde uit. | Het aangezicht des Heren is tegen hen die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. |
Ach HEER, mijn God, U hebt met uw grote kracht, met uw machtige arm, de hemel en de aarde gemaakt. Voor U is niets onmogelijk. | Ach, Here Here, zie, Gij hebt de hemel en de aarde gemaakt door uw grote kracht en uw uitgestrekte arm; niets zou te wonderlijk zijn voor U. |
Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. | Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten. |