In God is mijn heil en mijn eer; mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God. | Bij God is mijn redding en mijn eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. |
U echter, HEERE, bent een schild voor mij, mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog. | U, HEER, bent een schild om mij heen, U bent mijn eer, U houdt mij staande. |
Wie gerechtigheid en goedertierenheid najaagt, vindt het leven, rechtvaardigheid en eer. | Wie rechtvaardigheid en trouw nastreeft ontvangt leven, voorspoed en eer. |
Het loon van nederigheid – de vreze des HEEREN – is rijkdom, eer en leven. | Wie bescheiden is en ontzag heeft voor de HEER wordt beloond met rijkdom, eer en een lang leven. |
Niet ons, HEERE, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw. | Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw. |
Geef dus aan allen wat u verschuldigd bent: belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eer aan wie eer toekomt. | Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt. |
Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. | Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft. |
Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. | Aan onze God en Vader komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen. |
De Koning nu der eeuwen, de onvergankelijke, de onzichtbare, de alleen wijze God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. | Aan de koning der eeuwen, de onvergankelijke, onzichtbare en enige God, zij de eer en glorie tot in alle eeuwigheid. Amen. |
De hoogmoed van een mens zal hem vernederen, maar de nederige van geest zal de eer vasthouden. | De hoogmoed van een mens brengt hem ten val, eer is weggelegd voor wie bescheiden is. |
Help ons, o God van ons heil, omwille van de eer van Uw Naam; red ons en doe verzoening over onze zonden, omwille van Uw Naam. | Help ons, God, bevrijd ons, tot eer van uw roemrijke naam, red ons en bedek onze zonden, omwille van uw naam. |
Het strekt een man tot eer zich buiten onenigheid te houden, maar iedere dwaas zal zich er juist in mengen. | Het strekt een mens tot eer om ruzie te vermijden, een dwaas stort zich in een woordenstrijd. |
Namelijk hun die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het eeuwige leven. | Aan wie met volharding het goede doet, wie glorie, eer en onsterfelijkheid zoekt, schenkt Hij het eeuwige leven. |
Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God. | Dus of u nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles ter ere van God. |
Verhef U boven de hemel, o God, en Uw eer over de hele aarde. | Verhef u boven de hemelen, God, laat uw glorie heel de aarde vervullen. |
Verhef U boven de hemel, o God; Uw eer zij over de hele aarde. | Verhef u boven de hemelen, God, laat uw glorie heel de aarde vervullen. |
De vreze des HEEREN is vermaning tot wijsheid, en nederigheid gaat vooraf aan eer. | Wie ontzag heeft voor de HEER, wint aan wijsheid, bescheidenheid gaat aan eerbetoon vooraf. |
Vóór de ondergang verheft zich het mensenhart, maar nederigheid gaat vóór de eer. | Wie zichzelf in de hoogte steekt, komt ten val, bescheidenheid gaat aan eerbetoon vooraf. |
Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen. | Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen. |
En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. | Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’ |
Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEERE, uw God, u geeft. | Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan zult u lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. |
En elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader. | En elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader. |
Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen. | Maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid. |
En de Heere zal mij bevrijden van alle boze opzet en mij verlossen tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen. | De Heer zal me van alle kwaad redden en me veilig naar zijn hemels koninkrijk brengen. Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen. |
Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst. | Eer de HEER met al je rijkdom, met het beste van de oogst. |