Bijbelteksten over 'Heerlijk'
Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus. | Mijn God zal uit de overvloed van zijn majesteit elk tekort van u aanvullen, door uw eenheid met Christus Jezus. |
Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, als broeders ook tezamen wonen. | Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen! |
Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt. | Gelukkig de mens die wijsheid ontdekt, de mens die inzicht wint. |
Welzalig ieder die de Here vreest, die in zijn wegen wandelt. | Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die hij wijst. |
Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. | Halleluja! Gelukkig de mens die ontzag heeft voor de HEER en grote liefde voor zijn geboden. |
Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. | Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft, de natie die Hij verkoos als de zijne. |
Welzalig hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. | Gelukkig de mens wiens ontrouw wordt vergeven, wiens zonden worden bedekt. |
Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden. | Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. |
Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. | Proef en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij Hem schuilt. |
Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien. | Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. |
Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren. | Maar Hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’ |
Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. | Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER. |
Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft, en hoe goed is een woord op zijn tijd! | Een mens vindt vreugde in een goedgekozen antwoord, de juiste woorden op de juiste tijd – hoe voortreffelijk is dat. |
Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig. | U wijst mij de weg van het leven: overvloedige vreugde in uw nabijheid, voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde. |
Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. | Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. |
Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden; ja, welzalig hij, die op de Here vertrouwt. | Wie goed luistert, zal het goed vergaan, wie op de HEER vertrouwt is gelukkig. |
Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden. | Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. |
Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. | Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. |
Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven. | Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ |
Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. | Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. |
Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning. | Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’ |
Ik zal die, ja al wat rondom mijn heuvel ligt, tot een zegen stellen; Ik zal de regen doen neerdalen op zijn tijd, zegenbrengende regens zullen het zijn. | Ik zal dat hele gebied en het land rondom mijn heuvel zegenen, en Ik zal de regen op gezette tijden doen neerdalen. Het zal regen zijn die zegen geeft. |
Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. | Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van Mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. |
Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters. | Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit. |
Al moest gij lijden om de gerechtigheid, toch zijt gij zalig. Doch vreest niet voor hun dreiging, en laat u niet verschrikken. | Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen. |
Bijbeltekst van de dag
Hij antwoordde en zeide: Wie een dubbel stel klederen heeft, dele mede aan wie er geen heeft, en wie spijzen heeft, doe evenzo.Willekeurige Bijbeltekst
Ik hef mijn ogen op naar de bergen:vanwaar zal mijn hulp komen?
Mijn hulp is van de Here,
die hemel en aarde gemaakt heeft.Volgende tekst!Met afbeelding