De HEERE is immers onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Híj zal ons verlossen. | Want de Here, onze Rechter, de Here, onze Wetgever, de Here, onze Koning, Hij zal ons verlossen. |
En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. | En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. |
De lieflijkheid van de Heere, onze God, zij over ons; bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat. | De liefelijkheid van de Here, onze God, zij over ons, en bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja, het werk onzer handen, bevestig dat. |
Moge de HEERE, onze God, met ons zijn, zoals Hij met onze vaderen is geweest. Moge Hij ons niet verlaten en ons niet in de steek laten. | De Here, onze God, zij met ons, zoals Hij met onze vaderen geweest is; Hij verlate en verwerpe ons niet. |
En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld. | En Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld. |
Onze God is immers in de hemel, Hij doet al wat Hem behaagt. | Onze God is in de hemel, Hij doet al wat Hem behaagt. |
Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. | Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Want wie is God behalve de Here, wie is een rots buiten onze God? |
Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. | Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Want wie is God behalve de Here, wie is een rots buiten onze God? |
Wij vastten en verzochten onze God hierom, en Hij liet Zich door ons verbidden. | Dus vastten wij en smeekten onze God hierover, en Hij liet Zich door ons verbidden. |
De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. | Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. |
Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. | Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. |
Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus. | Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus. |
Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart verkrijgen. | Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen. |
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. | Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. |
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. | De genade van de Here Jezus zij met allen. |
Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan. | Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons. |
Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen. | Dezen beroemen zich op wagens en genen op paarden, maar wij roemen in de naam van de Here, onze God. |
Onze hulp is in de Naam van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. | Onze hulp is in de naam des Heren, die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. | Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus. |
Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig. | Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. |
Hij zal Zich weer over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen, ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee. | Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee. |
God is getrouw, door Wie u geroepen bent tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere. | God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here. |
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen. | De genade van de Here Jezus Christus zij met ulieder geest. |