Bijbelteksten over 'Zeggen'
- Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
- En ik viel op de grond en hoorde een stem tegen mij zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij?
- Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen?
- Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.
- Wee hem die het tegen zijn Formeerder opneemt
– een potscherf tussen aarden scherven.
Zal het leem soms tegen zijn formeerder zeggen: Wat maakt u?
Of zal uw werk zeggen: Hij heeft geen handen? - Op die dag zult u zeggen:
Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan,
maak Zijn daden bekend onder de volken,
roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is. - Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
- Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand.
- Zo zegt de HEERE:
Ga staan op de wegen, en zie,
vraag naar de aloude paden,
waar toch de goede weg is, en bewandel die.
Dan zult u rust vinden voor uw ziel.
Maar zij zeggen: Wij bewandelen die niet. - Als men dan tegen u zal zeggen: Zie, Hij is in de woestijn; ga er niet opuit; zie, Hij is in de binnenkamers, geloof het niet, want zoals de bliksem vanuit het oosten komt en zichtbaar is tot in het westen, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
- God is geen man, dat Hij liegen zou,
of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou.
Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen?
Zou Híj spreken en het niet gestand doen? - En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.
- Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt?
Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? - Want, voorwaar, Ik zeg u: wie tegen deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt.
- Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd,
voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen
waarvan u zeggen zult:
Ik vind er geen vreugde in. - Jezus zei tegen hen: Vanwege uw ongeloof, want voorwaar, Ik zeg u: Als u een geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaats u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn.
- Maar Jezus antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u: Als u geloof had en niet twijfelde, zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan, maar zelfs als u tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het gebeuren.
- Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de wet niet zei: U zult niet begeren.
- En wanneer ze u zullen wegleiden om u over te leveren, wees dan van tevoren niet bezorgd wat u spreken moet, en bedenk het niet; maar wat u op dat moment gegeven zal worden, spreek dat, want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest.
- Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij.
- Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft?
- Zoek het goede en niet het kwade,
opdat u leeft!
Dan zal de HEERE, de God van de legermachten, met u zijn,
zoals u altijd zegt. - En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
- Daarna hoorde ik de stem van de Heere. Hij zei: Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan? Toen zei ik: Zie, hier ben ik, zend mij.
- Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u.
- U noemt Mij Meester en Heere, en u zegt het terecht, want Ik ben het.
- De lippen van de rechtvaardige weten wat aangenaam is,
maar de mond van de goddelozen alleen verderfelijke dingen. - Een dwaas vindt geen vreugde in inzicht,
maar alleen in het blootgeven van zijn hart. - Maar ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.
- Het zal gebeuren, als iemand aan een van deze dingen schuldig is, dat hij dan moet belijden waarin hij gezondigd heeft.
- In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet,
maar wie zijn lippen inhoudt, is verstandig. - En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit.
- Al is er nog geen woord op mijn tong,
zie, HEERE, U weet het alles. - En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem.
- Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben?
Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. - Word op de juiste manier nuchter en zondig niet, want sommigen hebben geen kennis van God. Tot beschaming zeg ik u dit.
- Daarom, al wat u in het duister gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden en wat u in de binnenkamers in iemands oor gesproken hebt, zal op de daken gepredikt worden.
- Evenzo wil ik dat de vrouwen zich tooien met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleren, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn.
- En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
- De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid,
zijn mond roept om slagen. - Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man. De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw.
- Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
- Een dwaas laat heel zijn geest de vrije loop,
maar een wijze houdt die in toom. - Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op.
- En elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.
- Maar voor alle dingen, mijn broeders, zweer niet: niet bij de hemel, ook niet bij de aarde, en zweer ook geen enkele andere eed, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee, opdat u niet onder enig oordeel valt.
- Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen.
- Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
- Een lip die voortreffelijke dingen spreekt, past niet bij een dwaas,
hoeveel te minder een vals woord bij een aanzienlijke. - Als nu uw broeder tegen u zondigt, bestraf hem. En als hij tot inkeer komt, vergeef hem. En als hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal per dag naar u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, dan zult u hem vergeven.
Gerelateerde onderwerpen
God
De HEERE, uw God...
Spreken
Dood en leven zijn...
Vertrouwen
Vertrouw op de HEERE...
Geloof
Daarom zeg Ik u...
Wonderen
Maar Jezus keek hen...
Zonde
Of weet u niet...