De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. | Ik bid dat de God van de vrede jullie al het goede zal geven. Dan kunnen jullie leven zoals hij het wil. Hij heeft onze Heer Jezus Christus teruggebracht uit de dood. Dankzij het bloed van Jezus geldt nu Gods nieuwe afspraak met de mensen. Jezus zorgt voor zijn volk zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Ik bid dat God ervoor zal zorgen dat we zijn wil doen, en dat Jezus Christus ons daarbij zal helpen. Alle eer aan God, voor altijd en eeuwig! Amen. |
Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit struikelen. Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. | Vrienden, doe dus je best om goed te leven. Dan zullen jullie je geloof niet verliezen, maar het juist laten groeien. Dan maken jullie duidelijk dat God jullie heeft uitgekozen en jullie zal redden. En dan zullen jullie met open armen ontvangen worden in Gods nieuwe wereld. In die nieuwe wereld zal Jezus Christus, onze Heer en redder, voor altijd koning zijn. |
Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. | Iedereen die verbonden blijft met de Zoon, krijgt het eeuwige leven. Maar wie niet verbonden blijft met de Zoon, krijgt het eeuwige leven niet. |
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. | Mensen die geloven in de Zoon, krijgen het eeuwige leven. Maar mensen die niet in hem willen geloven, krijgen dat eeuwige leven niet. Nee, zij worden voor altijd door God gestraft. |
Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. | Dit weet ik zeker: als mijn aardse lichaam sterft, zal God mij een nieuw lichaam geven. Dat is een hemels lichaam, dat eeuwig en onsterfelijk is. |
Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen. | God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus. |
Mijn boog heb Ik in de wolken gegeven; die zal dienen als teken van het verbond tussen Mij en de aarde. | Ik zet mijn boog in de wolken. Dat is het teken van mijn belofte aan jullie en aan alles wat op aarde leeft. |
Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. | Ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. |
U, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. | Als christen ben je opnieuw geboren. Niet op de gewone manier, uit een vader en een moeder. Maar op een hemelse manier, uit God. Want jullie hebben naar God geluisterd. Zijn woorden verliezen nooit hun kracht en blijven altijd bestaan. |
En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. | Je kunt christenen vergelijken met hardlopers die meedoen aan een wedstrijd. Net zoals hardlopers moeten wij veel opgeven in ons leven. En net zoals hardlopers hebben ook wij er alles voor over om de eerste prijs te winnen. Maar wij willen geen gewone prijs. Voor ons is de prijs het eeuwige leven. |
Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben. | Als je het moeilijk hebt, als je geloof getest wordt, houd dan vol! Dan zul je gelukkig zijn. Want God zal je het eeuwige leven geven. Dat is de beloning die hij beloofd heeft aan de mensen die van hem houden. |
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. | Want Gods liefde voor de mensen was zo groot, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft. Iedereen die in hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven. |
En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. Ik en de Vader zijn Één. | Ik zorg ervoor dat ze gered worden, ik geef hun het eeuwige leven. En niemand kan hen bij mij weghalen. Want mijn Vader heeft mij de hoogste macht gegeven. De Vader en ik zijn samen één. En niemand kan God, de Vader, iets afnemen. |
Evenzo, mannen, woon met begrip met haar samen; geef de vrouw, als de zwakkere, haar eer; u bent immers ook mede-erfgenamen met haar van de genade van het leven; opdat uw gebeden niet verhinderd worden. | Mannen, voor jullie geldt dit: Ga verstandig om met je vrouw, want ze is minder sterk dan jij. Behandel haar met respect, want ook zij krijgt het eeuwige leven. Alleen als je respect hebt voor je vrouw, zal God naar je gebeden luisteren. |
Zie, Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen. | Ik zal snel komen. Blijf in mij geloven, dan kan niemand jullie het eeuwige leven afnemen. |
Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. | Dit weet ik zeker: hoe zwaar ons lijden ook wordt, het brengt ons eeuwige leven niet in gevaar. |
Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word. | En daarom ben ik streng voor mezelf, en verdraag ik alles wat me overkomt. Want ik wil niet alleen dat anderen door mijn werk het eeuwige leven krijgen. Nee, ik wil ook zelf het eeuwige leven krijgen! |
Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? | God liet toe dat zijn eigen Zoon gedood werd. Hij leverde hem uit aan slechte mensen. Dat deed God voor ons allemaal. Maar dan is het zeker dat hij ons ook het eeuwige leven zal geven, het eeuwige leven dat zijn Zoon al gekregen heeft. |
Let op uzelf, opdat wij niet verliezen waarvoor wij gewerkt hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. | We hebben ons uiterste best gedaan om het eeuwige leven te krijgen dat God aan de mensen wil geven. Zorg er nu dus voor dat jullie het eeuwige leven niet verliezen! Maar zorg er juist voor dat jullie van God de hele beloning krijgen. |
Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel? | Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt. Wat heb je daaraan als je je leven verliest? Het eeuwige leven is niet te koop. |
De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben. | Die dieven wilden de schapen stelen, doden en opeten. Maar ik ben gekomen om de schapen naar buiten te brengen, naar plaatsen met veel gras. Dat betekent: ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. |
Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. | God heeft zijn liefde aan ons laten zien door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Dankzij zijn Zoon krijgen wij het eeuwige leven. |
Want het denken van het vlees is de dood, maar het denken van de Geest is leven en vrede. | Wie luistert naar zijn verkeerde verlangens, eindigt in de eeuwige dood. Maar wie luistert naar de heilige Geest, zal voor eeuwig leven bij God. |
Verblijd u echter niet daarover dat de geesten aan u onderworpen zijn, maar verblijd u erover dat uw namen opgeschreven zijn in de hemel. | Maar jullie moeten niet blij zijn omdat de geesten jullie gehoorzamen. Nee, jullie moeten blij zijn omdat het eeuwige leven voor jullie bestemd is. |
Dit is een betrouwbaar woord. Want als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven. | Dit is de boodschap waarop we vertrouwen: Als wij met Christus verbonden zijn in zijn dood, dan zijn we ook met hem verbonden in het eeuwige leven. |
Gerelateerde onderwerpen
Eeuwig leven
En Ik geef hun...
Redding
En de zaligheid is...
Leven
De HEERE zal u...
Beloning
En alles wat u...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Genade
Laten wij dan met...
Bijbeltekst van de dag
Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien.Willekeurige Bijbeltekst
Kan een vrouw haar zuigeling vergeten,zich niet ontfermen over het kind van haar schoot?
Zelfs al zouden die het vergeten,
Ík zal u niet vergeten.
Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd,
uw muren zijn steeds vóór Mij.Volgende tekst!Met afbeelding