DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Gemaakt'

  • Onze hulp is in de Naam van de HEERE,
    Die hemel en aarde gemaakt heeft.
  • Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.
  • Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt,
    door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht.
  • Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft,
    laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn.
  • Ik sla mijn ogen op naar de bergen,
    vanwaar mijn hulp komen zal.
    Mijn hulp is van de HEERE,
    Die hemel en aarde gemaakt heeft.
  • Ach, Heere HEERE! Zie, Ú hebt de hemel en de aarde gemaakt door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm. Niets is voor U te wonderlijk.
  • Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.
  • Ik zal Uw bevelen voor eeuwig niet vergeten,
    want daardoor hebt U mij levend gemaakt.
  • Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.
  • Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken,
    laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft.
  • Geniet op de dag van voorspoed
    van het goede,
    maar bedenk
    op de dag van tegenspoed
    dat God zowel de ene als de andere
    gemaakt heeft,
    zodat de mens niet kan doorgronden iets wat na hem zijn zal.
  • Want Ú hebt mijn nieren geschapen,
    mij in de schoot van mijn moeder geweven.
    Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben;
    wonderlijk zijn Uw werken,
    mijn ziel weet dat zeer goed.
  • Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden.
  • Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.
  • En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.
  • Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt. Ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan heeft, van het begin tot het eind kan doorgronden.
  • Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt.
    Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten;
    en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees.
    Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.
  • Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
  • Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven.
  • Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienaar, noch uw dienares, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is. Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.
  • Maar nu, HEERE, U bent onze Vader!
    Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker:
    wij zijn allen het werk van Uw handen.
  • En nu, lieve kinderen, blijf in Hem, opdat wij vrijmoedigheid hebben, wanneer Hij geopenbaard zal worden, en niet door Hem beschaamd gemaakt worden bij Zijn komst.
  • Toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem, en één Heere: Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn en wij door Hem.
  • Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden.
  • Velen zullen gereinigd, zuiver wit gemaakt en gelouterd worden. De goddelozen echter zullen goddeloos handelen en geen enkele van de goddelozen zal het begrijpen, maar de verstandigen zullen het begrijpen.
  • Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven,
    Uw rechterhand heeft mij ondersteund,
    Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt.
    U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven,
    mijn enkels hebben niet gewankeld.
  • Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen.
  • En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen.
  • Hoe ik niets van wat nuttig was, nagelaten heb u te verkondigen en te onderwijzen, in het openbaar en in de huizen.
  • En het gebeurde dat Hij op een sabbat door de korenvelden ging; en Zijn discipelen begonnen onder het lopen aren te plukken. En de Farizeeën zeiden tegen Hem: Zie, waarom doen zij op de sabbat iets wat niet geoorloofd is? En Hij zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen wat David deed toen hij in nood verkeerde, en hij honger had, en zij die bij hem waren? Hoe hij het huis van God binnengegaan is ten tijde van Abjathar, de hogepriester, en de toonbroden gegeten heeft, die niemand mag eten behalve de priesters, en ze ook gegeven heeft aan hen die bij hem waren? En Hij zei tegen hen: De sabbat is gemaakt ter wille van de mens, niet de mens ter wille van de sabbat. Daarom, de Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat.
  • Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden,
    verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.
  • IJzer scherpt men met ijzer,
    zo scherpt een man het gezicht van zijn naaste.
  • U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden.
  • De hemel vertelt Gods eer,
    het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.
    Dag op dag spreekt overvloedig,
    nacht op nacht geeft kennis door.
  • Komt overmoed, dan komt ook schande,
    maar bij de ootmoedigen is wijsheid.
  • Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt.
  • Al vóór de bergen geboren waren
    en U de aarde en de wereld voortgebracht had,
    ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God.
  • Wee hem die het tegen zijn Formeerder opneemt
    – een potscherf tussen aarden scherven.
    Zal het leem soms tegen zijn formeerder zeggen: Wat maakt u?
    Of zal uw werk zeggen: Hij heeft geen handen?
  • En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam.
    Toen zei Adam:
    Deze is ditmaal
    been van mijn beenderen,
    en vlees van mijn vlees!
    Deze zal mannin genoemd worden,
    want uit de man
    is zij genomen.
    Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.
  • Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.
  • Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
  • Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij; zoals ook enkelen van uw dichters gezegd hebben: Want wij zijn ook van Zijn geslacht.
  • Deze Johannes had kleding van kameelhaar en een leren gordel om zijn middel; zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honing.
  • U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.
  • Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God.
  • Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.
  • Zo immers heeft de Heere ons geboden: Ik heb u tot een licht voor de heidenen gesteld, opdat u tot zaligheid zou zijn tot aan het uiterste van de aarde.
  • Weet u het niet?
    Hebt u het niet gehoord?
    De eeuwige God, de HEERE,
    de Schepper van de einden der aarde,
    wordt niet moe en niet afgemat.
    Er is geen doorgronding van Zijn inzicht.
  • Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.
  • Wie heeft dit bewerkt en gedaan?
    Hij Die de generaties riep vanaf het begin!
    Ik, de HEERE, Die de Eerste ben,
    en bij de laatsten ben Ik Dezelfde.