Bijbelteksten over 'Hoor'
- Uit de diepten roep ik tot U, o Here.
Here, hoor naar mijn stem;
laten uw oren opmerkende zijn
op mijn luide smekingen. - O Here, hoor mijn gebed,
neem mijn smekingen ter ore;
antwoord mij naar uw trouw,
naar uw gerechtigheid. - Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor, dat mijn kinderen in de waarheid wandelen.
- Hoor mijn gebed, Here, en neem mijn hulpgeroep ter ore,
zwijg niet bij mijn geween,
want ik ben een vreemdeling bij U,
een bijwoner gelijk al mijn vaderen. - Hoor, mijn zoon, en neem mijn woorden aan,
opdat uw levensjaren talrijk worden. - Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.
- Het eerste is: Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één, en gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht.
- En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden.
- Deze ellendige hier riep en de Here hoorde,
Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. - Here, des morgens hoort Gij mijn stem,
des morgens leg ik het U voor, en zie uit. - En ik viel op de grond en hoorde een stem tot mij zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij?
- Hij hoorde het en zeide: Zij, die gezond zijn, hebben geen geneesheer nodig, maar zij, die ziek zijn.
- Maar Jezus hoorde het en antwoordde hem: Wees niet bevreesd, geloof alleen, en zij zal behouden worden.
- Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik, zend mij.
- Want gelijk het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo valt ons door Christus ook overvloedig vertroosting ten deel.
- Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots.
- Watervloed roept tot watervloed
bij het gebruis uwer stromen;
al uw baren en golven
slaan over mij heen. - Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
- En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.
- Toen het mij bang te moede was, riep ik de Here aan,
tot mijn God riep ik om hulp.
Hij hoorde mijn stem uit zijn paleis,
mijn hulpgeroep tot Hem drong door in zijn oren. - Maar tot u, die Mij hoort, zeg ik: Hebt uw vijanden lief, doet wel degenen, die u haten; zegent wie u vervloeken; bidt voor wie u smadelijk behandelen.
- Ik heb de Here lief,
want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen.
Want Hij heeft zijn oor tot mij geneigd,
daarom zal ik mijn leven lang (tot Hem) roepen. - Roepen zij, dan hoort de Here,
en Hij redt hen uit al hun benauwdheden.
De Here is nabij de gebrokenen van hart
en Hij verlost de verslagenen van geest. - De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar.
- Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.
- Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem.
- Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort.
- Maar dit gebod heb Ik hun gegeven: Hoort naar mijn stem, dan zal Ik u tot een God en zult gij Mij tot een volk zijn, en wandelt op de ganse weg die Ik u gebied, opdat het u welga.
- Terwijl hij nog sprak, zie, daar overschaduwde hen een lichtende wolk, en zie, een stem uit de wolk zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb; hoort naar Hem!
- Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.
- Hij zeide:
Ik heb U hartelijk lief, Here, mijn sterkte,
o Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder,
mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil,
mijn schild, hoorn mijns heils, mijn burcht. - En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen:
Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden. - En Nehemia – dat is de stadhouder – met de priester-schriftgeleerde Ezra en de Levieten, die het volk onderricht gaven, zeiden tot het gehele volk: Deze dag is voor de Here, uw God, heilig; bedrijft geen rouw en weent niet. Want het gehele volk weende, toen het de woorden der wet hoorde.
- Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt.
- En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
Gerelateerde onderwerpen
Luisteren
Weet (dit) wel, mijn...
Bidden
Verblijdt u te allen...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde en zeide...
Woord van God
Elk van God ingegeven...
Verdriet
Roepen zij, dan hoort...
Wet
Wat ik u heden...