Bijbelteksten over 'Jou'
Doe weg van jou valsheid van mond en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd. | Doe weg van u de valsheid van mond en houd ver van u de verkeerdheid der lippen. |
Sinds u kostbaar bent in Mijn ogen, bent u verheerlijkt en heb Ík u liefgehad. Daarom heb Ik mensen gegeven in uw plaats en volken in plaats van uw ziel. | Omdat gij kostbaar zijt in mijn ogen en hooggeschat en Ik u liefheb, geef Ik mensen voor u in de plaats en natiën in ruil voor uw leven. |
Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten, en elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren. Dit is het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. | Elk wapen dat tegen u gesmeed wordt, zal niets uitrichten, en elke tong die zich voor het gericht tegen u keert, zult gij in het ongelijk stellen. Dit is het deel van de knechten des Heren en hun recht van Mijnentwege, luidt het woord des Heren. |
Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u. | Alles is schoon aan u, mijn liefste, zonder enig gebrek zijt gij. |
Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. | Want bergen mogen wijken en heuvelen wankelen, maar mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en mijn vredesverbond zal niet wankelen, zegt uw Ontfermer, de Here. |
Mogen goedertierenheid en trouw jou niet verlaten. Bind ze om je hals, schrijf ze op de tafel van je hart, vind gunst en goed verstand in de ogen van God en mens. | Dat liefde en trouw u niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart, dan zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven in de ogen van God en mensen. |
Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze voor jou vermeerderen. | Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. |
En u, Bethlehem-Efratha, al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël. Zijn oorsprongen zijn van oudsher, van eeuwige dagen af. | En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid. |
En als u goeddoet aan hen die u goeddoen, wat voor dank komt u daarvoor toe? Immers, ook de zondaars doen hetzelfde. | Want indien gij goed doet aan wie u goed doen, wat hebt gij vóór? Ook de zondaars doen dat. |
En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd, en dat de Heilige Geest op Hem neerdaalde in lichamelijke gedaante als een duif. En er kwam een stem uit de hemel die zei: U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! | En het geschiedde, terwijl al het volk gedoopt werd, dat, toen ook Jezus gedoopt werd en in gebed was, de hemel zich opende, en de heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem nederdaalde, en dat er een stem kwam uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, de geliefde, in U heb Ik mijn welbehagen. |
Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt. | Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. |
Geef en aan u zal gegeven worden: een goede, vastgedrukte, geschudde, overlopende maat zal men u in de schoot geven, want met dezelfde maat waarmee u meet, zal er bij u ook gemeten worden. | Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden. |
U dan, mijn zoon, word gesterkt in de genade die in Christus Jezus is. | Gij dan, mijn kind, wees krachtig in de genade van Christus Jezus. |
Kan een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind van haar schoot? Zelfs al zouden die het vergeten, Ík zal u niet vergeten. Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd, uw muren zijn steeds vóór Mij. | Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet. Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig vóór Mij. |
Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. | Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren. |
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. | Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des Heren gaat over u op. |
Voorzeker, hij zal voor eeuwig niet wankelen, de rechtvaardige zal eeuwig in gedachtenis blijven. | Want hij zal nimmer wankelen, tot eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige zijn. |
Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u. | Ik leer en onderwijs u aangaande de weg die gij gaan moet; Ik raad u; mijn oog is op u. |
Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u. | Want Ik, de Here, uw God, grijp uw rechterhand vast; die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. |
Wie gerechtigheid en goedertierenheid najaagt, vindt het leven, rechtvaardigheid en eer. | Wie gerechtigheid en liefde najaagt, vindt leven, gerechtigheid en eer. |
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen. | De genade van de Here Jezus Christus zij met ulieder geest. |
De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich. | De Here, uw God, is in uw midden, een held, die verlost. Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met gejubel. |
Oordeel niet en u zult niet geoordeeld worden; veroordeel niet en u zult niet veroordeeld worden; laat los en u zult losgelaten worden. | En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden. |
Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen. | De zegenende ziel wordt overvloedig verkwikt, wie laaft, wordt ook zelf gelaafd. |
En wanneer u staat te bidden, vergeef als u tegen iemand iets hebt, opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, u uw overtredingen vergeeft. | En wanneer gij staat te bidden, vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemelen uw overtredingen vergeve. |
Gerelateerde onderwerpen
Liefde
De liefde is geduldig...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Waardevol
Sinds u kostbaar bent...
Veroordeling
Daarom bent u niet...
Beloning
En alles wat u...
Bijbeltekst van de dag
Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen.Willekeurige Bijbeltekst
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn,maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen.Volgende tekst!Met afbeelding