- Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf.
- Maar, gelijk geschreven staat:
Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord
en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. - Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn.
- De hand der vlijtigen zal heersen,
maar traagheid voert tot dienstbaarheid. - Als overmoed komt, komt schande mee,
maar wijsheid is bij de ootmoedigen. - Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren?
Als hij dat houdt naar uw woord. - Daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen.
- Want wij struikelen allen in velerlei opzicht; wie in zijn spreken niet struikelt, is een volmaakt man, in staat zelfs zijn gehele lichaam in toom te houden.
- Welzalig hij, wiens overtreding vergeven,
wiens zonde bedekt is. - Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? Ik, de Here, doorgrond het hart en toets de nieren, en dat, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner daden.
- Ik heb ingezien, dat het niet in hun eigen macht staat, maar als men zich verheugt en zich te goed doet in zijn leven, kortom als iemand eet en drinkt en het goede geniet bij al zijn zwoegen, dan is dat een gave Gods.
- Smaakt en ziet, dat de Here goed is;
welzalig de man die bij Hem schuilt. - Soms schijnt een weg iemand recht,
maar het einde daarvan voert naar de dood. - Laten uw ogen voorwaarts blikken
en uw oogopslag rechtuit zijn. - Want hij zal nimmer wankelen,
tot eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige zijn. - Halleluja. Welzalig de man, die de Here vreest,
die van harte lust heeft in zijn geboden. - Iemands geschenk maakt ruimte voor hem
en brengt hem in de tegenwoordigheid der groten. - Wie zijn vriend medelijden onthoudt,
die verzaakt de vreze des Almachtigen. - Een dwaas maakt zijn ergernis aanstonds bekend,
maar een schrandere bedekt de smaad. - Hieraan onderkent gij de Geest Gods: iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld.
- Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven; hij zal niet sterven.
- De dwaas versmaadt de tucht van zijn vader,
maar wie de terechtwijzing ter harte neemt, is verstandig. - Ik zeg u, dat er alzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar, die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die geen bekering nodig hebben.
- Het bezit van de rijke is zijn sterke stad,
en als een hoge muur – in zijn verbeelding. - Wie met laster omgaat, verraadt geheimen;
maar wie betrouwbaar van geest is, houdt een zaak verborgen.
Gerelateerde onderwerpen
Zonde
Of weet gij niet...
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Beloning
Wat gij ook doet...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Spreken
Dood en leven zijn...
Wet
Wat ik u heden...