DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Mens'

  • Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
    de mens die inzicht verkrijgt.
  • Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens.
  • Zoals water gezicht tegenover gezicht stelt,
    zo weerspiegelt het hart van de mens de mens zelf.
  • Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God.
  • De goede mens brengt het goede voort uit de goede schat van zijn hart, en de slechte mens brengt het slechte voort uit de slechte schat van zijn hart, want uit de overvloed van het hart spreekt zijn mond.
  • Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.
  • Hoeveel gaat niet een mens een schaap te boven! Daarom is het geoorloofd op de sabbatdagen goed te doen.
  • Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.
  • Voorzeker, er is geen mens rechtvaardig op de aarde,
    die goeddoet en niet zondigt.
  • Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt? Of wat zal een mens geven als losprijs voor zijn ziel?
  • Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd.
  • Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens velen als zondaars aangemerkt worden, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene velen als rechtvaardigen aangemerkt worden.
  • En Hij zei: Wat uit de mens naar buiten komt, dat verontreinigt de mens.
    Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen voort kwade overwegingen, alle overspel, ontucht, moord, diefstal, hebzucht, allerlei kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, lastering, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit en verontreinigen de mens.
  • En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.
  • De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd.
    Wat kan een mens mij doen?
  • Maar de HEERE zei tegen Samuel: Kijk niet naar zijn uiterlijk en ook niet naar de hoogte van zijn gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.
  • Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten.
  • Het verlangen van de mens is zijn goedertierenheid,
    maar een arme is beter dan een leugenachtige man.
  • Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
    en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
  • Want wat zal het een mens baten als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt?
  • Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt.
  • Hij verootmoedigde u, Hij liet u hongerlijden en Hij liet u het manna eten, dat u niet kende en ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te laten weten dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van de HEERE komt.
  • Het hart van een mens overdenkt zijn weg,
    maar de HEERE bestuurt zijn voetstappen.
  • In het hart van de mens zijn veel plannen,
    maar de raad van de HEERE, die houdt stand.
  • Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt. Ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan heeft, van het begin tot het eind kan doorgronden.
  • Want bij hoge uitzondering zal iemand voor een rechtvaardige sterven; hoogstens immers heeft iemand de moed om voor de goede mens te sterven. God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.
  • Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt,
    en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.
  • De hoogmoed van een mens zal hem vernederen,
    maar de nederige van geest zal de eer vasthouden.
  • Zo dan, mijn geliefde broeders, ieder mens moet haastig zijn om te horen, maar traag om te spreken en traag tot toorn.
  • Ook de goedertierenheid is van U, Heere,
    want U zult eenieder vergelden naar zijn werk.
  • IJzer scherpt men met ijzer,
    zo scherpt een man het gezicht van zijn naaste.
  • Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen?
  • Die ieder vergelden zal naar zijn werken.
  • Vlucht weg van de hoererij. Elke zonde die een mens doet, is buiten het lichaam, maar wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.
  • Het is een valstrik voor een mens ondoordacht een heilige gelofte te doen,
    en pas daarna de gedane geloften te overwegen.
  • En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.
  • En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam.
    Toen zei Adam:
    Deze is ditmaal
    been van mijn beenderen,
    en vlees van mijn vlees!
    Deze zal mannin genoemd worden,
    want uit de man
    is zij genomen.
    Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.
  • Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.
  • Geniet op de dag van voorspoed
    van het goede,
    maar bedenk
    op de dag van tegenspoed
    dat God zowel de ene als de andere
    gemaakt heeft,
    zodat de mens niet kan doorgronden iets wat na hem zijn zal.
  • De gift van een mens maakt ruimte voor hem,
    en leidt hem in de tegenwoordigheid van groten.
  • Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer,
    maar een goed woord verblijdt het.
  • Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is.
    En wat vraagt de HEERE van u
    anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben
    en ootmoedig te wandelen met uw God.
  • Maar het is met de genadegave niet zoals met de overtreding. Want als door de overtreding van de ene velen gestorven zijn, veel meer is de genade van God en de gave door de genade die er is door de ene mens Jezus Christus, overvloedig geweest over velen.
  • Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet.
  • Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt.
    Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten;
    en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees.
    Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden.
  • De slotsom van al wat door u gehoord is, is dit:
    Vrees God,
    en houd u aan Zijn geboden,
    want dit geldt voor alle mensen.
  • Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was.
  • En de HEERE God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van huiden en kleedde hen daarmee.
  • Ook elke mens aan wie God rijkdom en bezittingen geeft en toestaat om daarvan te eten en zijn deel ervan te nemen om zich in zijn zwoegen te verblijden, dat is een gave van God.
  • Want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.