DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Nooit'

  • De rechtvaardige komt nooit ten val,
    men zal hem eeuwig gedenken.
  • Ik sluit met jullie dit verbond: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen.
  • ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.’
  • Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit.
  • Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen:
    nooit zal ik naar jonge vrouwen kijken.
  • Er is geen mens op aarde die nooit zondigt, die alleen maar goed is en altijd rechtvaardig.
  • Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal Ik u afvallen, nooit zal Ik u verlaten.’
  • Leg je last op de HEER
    en Hij zal je steunen,
    nooit zal Hij dulden
    dat een rechtvaardige ten val komt.
  • Bij u, HEER, schuil ik,
    maak mij nooit te schande.
    Bevrijd mij en doe mij recht.
  • Neem nooit leugens in de mond,
    laat geen bedrog over je lippen komen.
  • Hij alleen is mijn rots en mijn redding,
    mijn burcht, nooit zal ik wankelen.
  • De HEER redt het leven van zijn dienaren,
    nooit zal boeten wie schuilt bij Hem.
  • Je moet elk mens recht in de ogen kunnen zien,
    nooit je ogen hoeven neerslaan.
  • Want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest.
  • Wie van geld houdt, kan er niet genoeg van krijgen. Wie verzot op rijkdom is, is altijd op meer gewin belust. Ook dat is enkel leegte.
  • En hoe vaak struikelen we niet allemaal! Wie nooit struikelt in het spreken kan zich een volmaakt mens noemen, die in staat is om ook het hele lichaam in toom te houden.
  • Elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij Hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen.
  • Maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.
  • Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen,
    U verlaat niet wie U zoeken, HEER.
  • Maar zou een vrouw haar zuigeling vergeten,
    zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg?
    Zelfs al zou zij het vergeten,
    Ik vergeet jou nooit.
    Ik heb je in mijn handpalmen gegrift,
    je muren staan Mij steeds voor ogen.
  • Al zouden de bergen wijken
    en de heuvels wankelen,
    mijn liefde zal nooit meer van jou wijken
    en mijn vredesverbond is onwankelbaar
    – zegt de HEER, die zich over je ontfermt.
  • Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’
  • Mogen liefde en trouw je nooit verlaten,
    wind ze om je hals,
    schrijf ze in je hart.
    God en de mensen zullen je genegen zijn
    en je zult waardering ondervinden.
  • Span u daarom des te meer in, broeders en zusters, om uw roeping en uitverkiezing waar te maken. Als u dit alles doet, komt u nooit ten val en zal u onbelemmerd toegang worden verleend tot het eeuwige koninkrijk van onze Heer en redder Jezus Christus.
  • De HEER is geduldig en zeer sterk,
    Hij laat nooit iets ongestraft.
    De HEER gaat zijn weg door storm en wervelwind,
    wolken zijn het stof van zijn voeten.
  • Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in Mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’
  • Oprecht verdriet ten overstaan van God leidt namelijk tot inkeer en redding; daarvan krijgt men nooit spijt. Verdriet zoals de wereld kent leidt daarentegen tot de dood.
  • In eeuwigheid zal ik uw regels niet vergeten,
    daardoor houdt U mij in leven.
  • Mijn zoon, een berisping van de HEER
    mag je nooit terzijde schuiven,
    zijn bestraffing moet je zonder afschuw ondergaan,
    want de HEER straft wie Hij liefheeft,
    als een vader die van zijn kinderen houdt.
  • Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals Hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht.
  • Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.
  • Kortom, geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat de inspanningen die u voor de Heer verricht, nooit tevergeefs zijn.
  • Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en Ik zijn één.
  • Ik zal het volk van Juda onoverwinnelijk maken en de nakomelingen van Jozef laten zegevieren. Ik ben vol zorg voor hen en zal hen veilig thuisbrengen. Dan zal het weer zijn als voorheen, alsof Ik hen nooit verstoten had, want Ik ben de HEER, hun God, en Ik zal hun gebeden verhoren.
  • Hij hééft u voor zijn macht laten buigen: Hij liet u honger lijden en gaf u toen manna te eten, voedsel dat u nooit eerder had gezien en uw voorouders evenmin. Zo maakte Hij u duidelijk dat een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt.
  • Let er dus op, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt van de levende God.
  • Toen Hij op sabbat eens door de korenvelden liep, begonnen zijn leerlingen onderweg aren te plukken. ‘Kijk eens!’ zeiden de farizeeën tegen Hem. ‘Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?’ Maar Hij antwoordde: ‘Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen gebrek leden en honger hadden? Hij ging het huis van God binnen – Abjatar was toen hogepriester – en at van de toonbroden, waarvan alleen de priesters mogen eten. En hij gaf ze ook aan zijn mannen te eten.’ En Hij voegde eraan toe: ‘De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat; en dus is de Mensenzoon ook heer over de sabbat.’
  • Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien.
  • De zondaar vraagt te leen en brengt niet terug,
    de rechtvaardige geeft, uit mededogen.
  • Streef naar wijsheid, zoek naar inzicht,
    wijk niet af van wat ik zeg, vergeet het niet.
  • Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde. Daarom heeft Hij u opgedragen de sabbat te houden.
  • Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar.
  • Opnieuw zult U zich over ons ontfermen
    en al onze zonden tenietdoen.
    Onze zonden werpt U in de diepten van de zee.
  • Want deze hogepriester kan met onze zwakheden meevoelen omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, maar dan zonder te zondigen.
  • U die uw hoop vestigt op de HEER:
    wees allen sterk en houd moed.
  • Houd me ver van leugen en bedrog.
    Maak me niet arm, maar ook niet rijk,
    voed me slechts met wat ik nodig heb.
  • Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’
  • En breng ons niet in beproeving,
    maar red ons van het kwaad.
    Want aan U behoort het koningschap,
    de macht en de majesteit,
    in eeuwigheid. Amen.
  • Wees u er daarom van bewust en laat goed tot u doordringen dat alleen de HEER God is, boven in de hemel en hierbeneden op de aarde; een ander is er niet.
  • U hebt Hem lief zonder Hem ooit gezien te hebben; en zonder Hem nu te zien gelooft u in Hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding.