Bijbelteksten over 'Vriendelijk'

«»

• Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
  Efeziërs 4:32 vergeving medeleven goedheid
• Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is.
  Lucas 6:36 goedheid naaste Vader
• Een zacht antwoord keert de grimmigheid af,
  maar een krenkend woord wekt de toorn op.
  Spreuken 15:1 spreken vriendelijkheid boosheid
• Maar de wijsheid van boven is vooreerst rein, vervolgens vreedzaam, vriendelijk, gezeggelijk, vol van ontferming en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
  Jakobus 3:17 eerlijkheid vrede wijsheid
• Ten slotte, weest allen eensgezind, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig.
  1 Petrus 3:8 nederigheid gemeenschap naaste
• Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij.
  Filippenzen 4:5 vriendelijkheid nabijheid
• Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen.
  Efeziërs 4:2 liefde nederigheid geduld
• Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid.
  Jakobus 3:13 nederigheid wijsheid leven
• De liefde is lankmoedig,
  de liefde is goedertieren,
  zij is niet afgunstig,
  de liefde praalt niet,
  zij is niet opgeblazen,
  zij kwetst niemands gevoel,
  zij zoekt zichzelf niet,
  zij wordt niet verbitterd,
  zij rekent het kwade niet toe.
  1 Korintiërs 13:4-5 liefde geduld boosheid
• En vergeldt geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegent integendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, dat gij zegen zoudt beërven.
  1 Petrus 3:9 spreken zegen roeping
• Vriendelijke woorden zijn als honigzeem,
  zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente.
  Spreuken 16:24 vriendelijkheid spreken ziel
• Kommer in het hart van de mens buigt het neder,
  maar een goed woord verblijdt het.
  Spreuken 12:25 spreken piekeren hart
• Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
  Matteüs 11:29-30 nederigheid rust leren
• Want Gij, o Here, zijt goed en gaarne vergevend,
  rijk in goedertierenheid voor allen die U aanroepen.
  Psalm 86:5 betrouwbaarheid liefde vergeving
• Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
  Filippenzen 4:8 waarheid rechtvaardigheid denken
• Want genadig en barmhartig is de Here, uw God: Hij zal het aangezicht niet van u afwenden, indien gij tot Hem wederkeert.
  2 Kronieken 30:9b genade berouw bekering
• Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God.
  1 Petrus 3:3-4 nederigheid schoonheid hart
• Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.
  Johannes 1:14 waarheid Jezus Woord van God
• Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze.
  1 Petrus 3:15 evangelisatie Jezus hoop
• Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden.
  Jakobus 1:21 redding Woord van God kwaad
• Eén ding heb ik van de Here gevraagd,
  dit zoek ik:
  te verblijven in het huis des Heren
  al de dagen van mijn leven,
  om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen,
  en om te onderzoeken in zijn tempel.
  Psalm 27:4 liefde God nabijheid
• Zo zegt de Here der heerscharen: spreekt eerlijk recht en bewijst elkander liefde en barmhartigheid; verdrukt weduwe noch wees, bijwoner noch arme, en beraamt niet in uw hart elkanders onheil?
  Zacharia 7:9-10 kwaad rechtvaardigheid naaste
• Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid.
  1 Timoteüs 6:11 geloof liefde rechtvaardigheid
• Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid!
  Micha 7:18 zonde barmhartigheid vergeving
• Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte. Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven.
  Kolossenzen 4:5-6 vriendelijkheid wijsheid spreken
• Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld.
  Kolossenzen 3:12 nederigheid vriendelijkheid geduld
• Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong.
  Zacharia 9:9 profetie pasen nederigheid
• Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.
  Hebreeën 4:16 genade bidden barmhartigheid
• Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet.
  Galaten 5:22-23 wet Geest zegen
• Opdat gij zoudt weten, dat de Here, uw God, de enige God is, de trouwe God, die het verbond en de goedertierenheid houdt jegens wie Hem liefhebben en zijn geboden onderhouden, tot in duizend geslachten.
  Deuteronomium 7:9 betrouwbaarheid wet God
• Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden.
  2 Korintiërs 1:3-4 lijden aanbidding bemoediging