DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Willen'

  • En ook allen die godvruchtig willen leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden.
  • Aan hen heeft God willen bekendmaken wat de rijkdom is van de heerlijkheid van dit geheimenis onder de heidenen: Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid.
  • Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen om Mij, die zal het vinden.
  • Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.
  • Want wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen omwille van Mij en om het Evangelie, die zal het behouden.
  • Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen.
  • De hele dag is hij belust op begerenswaardige zaken,
    maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter.
  • Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo, want dat is de Wet en de Profeten.
  • Een dwaas vindt geen vreugde in inzicht,
    maar alleen in het blootgeven van zijn hart.
  • Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden,
    maar wie vrede aanraden, hebben blijdschap.
  • Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij, die zal het behouden.
  • U verlangt naar iets en krijgt het niet. U benijdt anderen en beijvert u om dingen te bemachtigen en kunt ze niet krijgen. U maakt ruzie en voert strijd, maar u krijgt niet, omdat u niet bidt.
  • Zo zegt de HEERE:
    Ga staan op de wegen, en zie,
    vraag naar de aloude paden,
    waar toch de goede weg is, en bewandel die.
    Dan zult u rust vinden voor uw ziel.
    Maar zij zeggen: Wij bewandelen die niet.
  • Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen!
  • Als u niet luistert en als u het niet ter harte neemt om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE van de legermachten, zal Ik de vloek onder u zenden en uw zegeningen vervloeken. Ja, Ik heb ze al vervloekt, want u neemt het niet ter harte.
  • De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis,
    dwazen verachten wijsheid en vermaning.
  • Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.
  • In het hart van de mens zijn veel plannen,
    maar de raad van de HEERE, die houdt stand.
  • Het verlangen van de mens is zijn goedertierenheid,
    maar een arme is beter dan een leugenachtige man.
  • Halleluja!
    Welzalig de man die de HEERE vreest,
    die grote vreugde vindt in Zijn geboden.
  • Want als de bereidwilligheid aanwezig is, dan is iemand welgevallig overeenkomstig wat hij heeft, niet overeenkomstig wat hij niet heeft.
  • Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op.
  • Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen.
  • Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.
  • Hoe groot is Uw goed,
    dat U weggelegd hebt voor wie U vrezen,
    dat U bereid hebt voor wie tot U de toevlucht nemen
    ten aanschouwen van de mensenkinderen.
  • Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.
  • Verneder u voor de Heere, en Hij zal u verhogen.
  • Wanneer u dan een liefdegave geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars in de synagogen en op de straten doen, opdat zij door de mensen geëerd zouden worden. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al.
  • Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
    en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
    spreekt de HEERE.
  • Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
  • De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid,
    allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht;
    Zijn lof houdt voor eeuwig stand.
  • Waar het goed vermeerdert, vermeerderen zij die het opeten. Welk voordeel hebben dan de bezitters ervan, behalve dat hun ogen ernaar kunnen kijken?
  • Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest.
  • Als vrije mensen, maar niet alsof u de vrijheid hebt als een dekmantel voor slechtheid, maar als dienstknechten van God.
  • Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
  • Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.
  • Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.
  • Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
  • Wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden en bepalingen.
  • Is dit niet het vasten dat Ik verkies:
    dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt,
    dat u de banden van het juk ontbindt,
    dat u de onderdrukten vrij laat heengaan
    en dat u elk juk breekt?
  • Zalig bent u, wanneer de mensen u haten, en wanneer zij u uitstoten en u smaden en uw naam als slecht verwerpen omwille van de Zoon des mensen.
  • Verder zag ik van al het zwoegen en alle bekwaamheid bij het werk, dat het iemand afgunst oplevert van zijn naaste. Ook dat is vluchtig en najagen van wind.
  • Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij.
  • U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn dienaar, noch zijn dienares, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is.
  • Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
  • Daarom heb ik een behagen in zwakheden, in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
  • Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.
  • En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
  • Wees niet als uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Bekeer u toch van uw slechte wegen en van uw slechte daden. Maar zij luisterden niet en sloegen geen acht op Mij, spreekt de HEERE.
  • Indien u uw voet van de sabbat terughoudt,
    ermee ophoudt om op Mijn heilige dag te doen wat u zelf wilt;
    indien u de sabbat een verlustiging noemt,
    opdat de HEERE geheiligd wordt
    – die geëerd moet worden –
    indien u die eert door niet uw eigen wegen te volgen,
    niet uw eigen wensen zoekt of daarover een woord spreekt,
    dan zult u vreugde scheppen in de HEERE,
    Ik zal u doen rijden op de hoogten van de aarde
    en Ik zal u voeden met het erfelijk bezit van uw vader Jakob,
    want de mond van de HEERE heeft gesproken.