Dwaal niet: slecht gezelschap bederft goede zeden. | Denk aan het spreekwoord: ‘Omgaan met slechte mensen maakt goede mensen slecht.’ Pas dus op voor mensen die niet geloven dat de doden zullen opstaan! |
Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen. | De Heer helpt mensen die trouw zijn aan hem, hij hoort hen als ze om hulp roepen. Maar hij vernietigt mensen die kwaad doen. |
Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. | Maar als we onze zonden eerlijk aan God vertellen, zal hij ons vergeven. Hij zal al het kwaad uit ons weghalen, zodat we helemaal rein worden. Want God is trouw en rechtvaardig. |
Zalig bent u, wanneer de mensen u haten, en wanneer zij u uitstoten en u smaden en uw naam als slecht verwerpen omwille van de Zoon des mensen. | Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben, omdat je bij mij hoort. Misschien word je gehaat of weggestuurd. Misschien schelden de mensen je uit of bespotten ze je. Dat is vroeger ook gebeurd met de profeten. Als dat met jullie gebeurt, moet je blij zijn en vrolijk. Want jullie krijgen een grote beloning in de hemel. |
Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden. | Pak daarom de wapens die God jullie geeft. Dan kunnen jullie je verdedigen tegen de duivel op de dag dat hij aanvalt. En dan zullen jullie zijn aanval laten mislukken. |
Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken. | Wie jaloers is of zichzelf beter vindt dan anderen, leeft helemaal verkeerd, en zorgt overal voor onrust. |
Hij openbaart diepe en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, want het licht woont bij Hem. | Voor u is niets verborgen. Bij u is alles licht. U kent alles wat in het donker is. |
Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden, maar wie vrede aanraden, hebben blijdschap. | Mensen die kwaad willen, zijn bedriegers. Mensen die vrede willen, worden gelukkig. |
Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan u zeggen zult: Ik vind er geen vreugde in. | Denk aan God die je gemaakt heeft. Denk aan hem zolang je nog jong bent. Want straks komen de slechte dagen. Dan komt de tijd dat je geen plezier meer in het leven hebt. |
De HEERE zei tegen de satan: Zie, alles wat hij heeft, is in uw hand; alleen naar hemzelf mag u uw hand niet uitsteken. En de satan ging weg van het aangezicht van de HEERE. | ‘Goed,’ zei de Heer, ‘doe wat je wilt met alles wat Job bezit. Maar hemzelf moet je met rust laten.’ Toen ging Satan weg. |
Als vrije mensen, maar niet alsof u de vrijheid hebt als een dekmantel voor slechtheid, maar als dienstknechten van God. | Jullie zijn bevrijd van jullie vroegere leven. Maar die vrijheid is geen excuus om je slecht te gedragen. Jullie zijn nu dienaren van God, en hij wil dat jullie goede dingen doen. Misschien stoppen de ongelovigen dan met het vertellen van onzin over jullie. |
En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede? | Als je je best doet om goed te leven, zal God je beschermen. En dan kan niemand je kwaad doen. |
Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken. | Het verlangen naar geld is de oorzaak van alles wat slecht is. Sommige christenen wilden zo graag rijk worden, dat ze het geloof kwijtgeraakt zijn. En zo brengen ze zichzelf in grote problemen. |
Behoed je tong voor het kwaad en je lippen voor het spreken van bedrog. | Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. |
Wees niet als uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Bekeer u toch van uw slechte wegen en van uw slechte daden. Maar zij luisterden niet en sloegen geen acht op Mij, spreekt de HEERE. | Jullie moeten het anders doen dan jullie voorouders! Ook naar hen heb ik profeten gestuurd. Die profeten zeiden tegen jullie voorouders dat ze beter moesten gaan leven. En dat ze weer moesten gaan doen wat ik wilde. Maar ze hebben niet geluisterd. |
Wijk niet af naar rechts of naar links, keer je voet af van het kwade! | Blijf uit de buurt van het kwaad, en zorg dat je goed en eerlijk leeft. |
Maar laat uw woord ja ja zijn en uw nee nee; wat hierboven uitgaat, is uit de boze. | Zo moet het zijn: Zeg ja als het ja is, en zeg nee als het nee is. Al dat andere is bedacht door de duivel. |
Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te worden van de levende God. | Vrienden, niemand van jullie mag ongelovig worden. Blijf vertrouwen op de levende God. |
Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. | Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben omdat je bij mij hoort. Misschien schelden de mensen je uit, of willen ze je gevangennemen. Misschien vertellen ze allerlei leugens over je. |
Zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verheugt zich over de waarheid, zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. | Liefde is: blij worden van het goede, en een hekel hebben aan het kwaad. Door de liefde verdraag je alles wat er met je gebeurt. Door de liefde blijf je geloven en vertrouwen. Door de liefde blijf je altijd volhouden. |
U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb. | Jullie lijken op de goede takken die kort gemaakt zijn. Want door mijn woorden is het slechte uit jullie weggehaald, en zijn jullie rein geworden. |
Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. | God dacht: Nu zijn de mensen net zoals ik. Ze weten nu wat goed is en wat kwaad is. Maar ik wil niet dat ze ook eten van de boom van het leven. Als ze vruchten van die boom eten, blijven ze altijd leven. Daarom stuurde God de mensen weg uit de tuin van Eden. Hij had de mens gemaakt van aarde. Nu moesten de mensen voortaan op die aarde gaan werken. |
Omdat het vonnis over een slechte daad niet snel geveld wordt, daarom blijft het hart van de mensenkinderen in hen vervuld van kwaaddoen. | Vaak duurt het lang voordat iemand gestraft wordt voor een slechte daad. En dan denken de mensen: Het is niet erg om kwaad te doen. |
Maar ontvlucht de begeerten van de jeugd. Jaag rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na, samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart. | Timoteüs, verlang niet naar de dingen waar andere jonge mensen naar verlangen. Doe je best om goed en eerlijk te zijn, en op de Heer te vertrouwen. Doe je best om van andere mensen te houden, en in vrede met hen te leven. Zo moet je leven, samen met alle christenen die tot God bidden met een zuiver hart. |
Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede. Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. | Jullie moeten klaarstaan voor de strijd, net als soldaten. Maar dit is de manier waarop jullie moeten vechten: Spreek altijd de waarheid, en doe altijd het goede. Breng aan iedereen het goede nieuws van de vrede. En houd altijd vast aan het geloof. Want je geloof beschermt je als een schild tegen de brandende pijlen die de duivel op je afschiet. |
Gerelateerde onderwerpen
Zonde
Of weet u niet...
Duivel
Wees nuchter en waakzaam...
Goedheid
Maar wees ten opzichte...
Bescherming
Bekleed u met de...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Afgoden
Lieve kinderen, wees op...
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader,maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander.
Willekeurige Bijbeltekst
Waarmee houdt een jongeman zijn pad zuiver?Als hij dat bewaart overeenkomstig Uw woord.Volgende tekst!Met afbeelding